Met de camper naar .....

Tha talamh torrach gu tuath

Donderdag 15 juni vervolgen we de Northern Coast 500 en was het de bedoeling om Dunnet Head te bezoeken. Dunnet Head is het meest noordelijke punt van het vasteland van Groot-Brittannië en van daaruit schijn je de prachtige zee kliffen te kunnen zien, evenals papegaaiduikers, alken, zeekoeten, stormvogels, drie-teen meeuwen, aalscholvers. Maar helaas, een paar kilometer voordat we deze uitstulping van de kust zouden bereiken werden we tegengehouden door wegwerkers. De weg was verderop afgesloten en we moesten bij hen omdraaien waar dat nog kon; de weg was inmiddels al Single Lane Track geworden: één rijstrook voor verkeer héén en terug met af en toe een passeer strook waarop je een camper onmogelijk kunt keren. Wij moeten het dus doen met dit voorproefje.


Ook onze volgend doel, Puffin Cove, zo’n 50 km verderop, moesten we noodgedwongen van ons lijstje schrappen: de parkeerplaats waar we eventueel ook de nacht op door zouden kunnen brengen was eveneens afgesloten! Daarop besloten we door te rijden naar Durness, de halteplaats van de volgende dag, waardoor we deze dag twee etappes uit ons routeboekje hebben afgelegd.
Het ruige, kale en vaak verlaten landschap dat we tot nu toe hebben gezien maakt bij Bettyhill in North West Sutherland plaats voor groene, heuvelachtige landschappen vol slingerende wegen. Vanaf hier zie je ook meer schapen op en langs de weg (ja je leest het goed, ook op de weg) en Schotse Hooglanders, waarnaast de weg ook veelal overgaat op een single track weg met passeer stroken om de paar 100 meter. Bettyhill zelf is niet zo’n heel bijzonder plaatsje en daar zijn we niet gestopt.
In Durness hebben we twee nachten op Camping Sango Sands gestaan waar we de was konden doen. Toen we de camper op de ons aangewezen plek hadden neergezet leek het wel of we midden in het programma “We zijn er bijna….”van Omroep Max terecht waren gekomen. We telden zo maar even 20 Nederlandse campers en caravans. Het bleek een groepsreis van de ACSI te zijn.
We hadden een prachtig uitzicht vanaf onze stek op de klif; het zeewater is ondanks de zomerse temperaturen al een paar weken echter behoorlijk koud, dus een frisse duik hebben we niet genomen. Janny zag ‘s morgens vroeg een dolfijn uit het water springen, maar dacht eerst dat het verbeelding was, totdat we op strand een informatiebord tegen kwamen waarop stond dat je hier dolfijnen zou kunnen zien.
Tegen zonsondergang keren papegaaiduikers terug naar de kliffen en vanaf de camping was er een route van ongeveer 3 km. Dus wandelschoenen aan maar al snel zijn we omgedraaid want het smalle pad liep vlak langs de klifrand en dat is niet prettig als je hoogtevrees hebt.


Zaterdag 17 juni , nu langs de Westkust van de Highlands naar het Zuiden. We waren al vroeg op pad om de grote drukte voor te zijn zodat je minder last van tegenliggers hebt en omdat onze overnachtingsplaats 130 km verderop lag en dan hoofdzakelijk via enkelsporige wegen; we hebben onze tegenliggers geteld: het was er gemiddeld één per twee kilometer, dus dat valt mee. En omdat iedereen hier erg anticiperend rijdt (je zult wel moeten) wordt er ruim te voren gestopt bij een passeer strook en geef je met lichtsignalen aan dat de ander mag doorrijden. Er zullen dan ook heel weinig ongelukken gebeuren op deze wegen en al helemaal als je bedenkt dat de maximum snelheid die je kunt rijden 50 km/u is (de toegestane snelheid is 97 km/u, 60 mijl per uur). Dan doe je toch al snel 3 uur over 130 km, maar niet getreurd: het uitzicht onderweg is fenomenaal en op een helling na van 25% kun je daar rustig van genieten.


Er zijn weinig bossen op de heuvels in de Highlands, de meeste heuvels zijn bedekt met heideplanten of met gras. Door de veelvuldige regenval blijven die heuvels ook groen en de Schotten zelf gebruiken daar de uitdrukking ‘Tha talamh torrach gu tuath’voor: waar het gras altijd groen is.
Bewonderenswaardig vinden wij de dappere mensen die op deze route op fietsvakantie zijn want er zit letterlijk geen vlak stuk in deze route. En het zijn beslist ook geen flauwe heuveltjes.

We zijn op Assynth Viewpoint en Drumbeg Viewpoint gestopt; dat is een tweede nadeel van die enkelsporige wegen zonder parkeerhavens: je kunt niet even stoppen om koffie te drinken, een boterham eten of foto’s te maken. Dat laatste probeert Janny dus maar onder het rijden te doen.


Uiteindelijk kwamen we aan op onze overnachtingsplek aan het Loch Assynth. Daar hebben we een wandeling gemaakt (voor hen die het willen weten het “Leitir Easaidh all-abilities” pad) langs twee meren. Onderweg viel ons het aantal meren dat we zagen al op; nu staat Finland bekend als het land van de duizend meren, maar volgens ons doet Schotland er echt niet voor onder. ‘s Avonds kregen we gezelschap van een paar duizend dondervliegjes, waarvan er enkele honderden de camper wisten binnen te dringen. De muggen-stekker bood hier uitkomst en de volgende morgen konden we ze allemaal bij elkaar vegen en naar buiten transporteren maar irritant waren ze wel.


Zondagmorgen ook vroeg weer op weg ( want we durfden amper de deur open te maken ivm al die vliegjes) om verder naar het zuiden af te zakken. We zagen onderweg een kudde grazende herten. Gelukkig was er een parkeerplaats vlakbij zodat we even terug konden lopen om te filmen en foto's te maken.


We zijn even gestopt bij Knockan Crag National Nature Reserve, dat bekend staat om zijn geologie. De wandeling hebben we na een 10 minuten afgebroken omdat langs een steile afgrond nu eenmaal niet Rolands favoriete bezigheid is. En het moet wel leuk blijven!


Via Gruinad Bay dat bekend staat om zijn roze strand en Ullapool, de stad waar Cruiseschepen aanmeren om hun gasten ook even aan de Highlands te laten snuffelen, maar waar wij de plaatselijke supermarkt even bezochten, kwamen we uiteindelijk aan bij Inverewe Gardens. Deze tuinen zijn al in de 19e eeuw aangelegd met soorten van over de hele wereld. Het is een paradijs van ongewone, zeldzame en wonderschone planten van Zuid-Afrika tot Canada, van Chili tot Noorwegen, maar ook van Schotse planten , gecreëerd in een ooit dorre wildernis. Het onderhoud kost 1 miljoen pond per jaar en vergt veel werk. We hebben er heerlijk gewandeld en genoten van alle bloemen en planten waarvan er een groot aantal ons niet bekend waren.

We staan nu op de camperplaats in het havenstadje Gailoch, van waaruit je op walvis-spotten kunt gaan naar de Hebriden. Sinds onze walvis-expeditie in Andenes in Noorwegen slaan we deze tochten over.

Het is vooral aan de westkant ontzettend druk met toeristen en dan vooral senioren (net als wij) en dan moet het hoogseizoen nog beginnen. En vooral heel veel Nederlanders. Je krijgt hier overigens bijna overal korting als je senior bent. Wat verder opvalt is het grote aantal honden dat mee op vakantie gaat en heel vaak twee of meer. Schotland is overigens erg hond vriendelijk want ze mogen bijna overal naar binnen, overal staan waterbakken en hangen er zakjes om de ontlasting op te ruimen, ze mogen zelfs mee de boot op bij een excursie zagen we. Of je de hond daar een plezier mee doet is natuurlijk een andere vraag.

Ze zijn hier ook heel erg met het milieu bezig. Langs de kade hier bv hebben de bewoners en met donatie´s een lange strook van pakweg 2 meter breed kleine tuintjes gemaakt met bloembakken en gezellige zitjes. Het nodigt mensen uit om te gaan zitten en een praatje te maken en het trekt insecten. Er hangt zelfs een grijper om eventueel afval op te ruimen. Zou mooi zijn als dat in Nederland ook zou kunnen.


Na een rustige nacht werden we wakker met regen en hebben we in verband met het weer besloten onze route te wijzigen. De bedoeling was om via Bealach na Bà (‘pas van het vee’), de hoogste pas van het Verenigd Koninkrijk, verder af te zakken maar het regende en de wolken bedekten al de toppen van de ons omliggende heuvels. Dat betekende dat ook deze pas volledig in de wolken gehuld zou zijn en om dan een helling van 26% stijging op te rijden is geen pretje. Bovendien, van een fenomenaal uitzicht dat je vanaf dat punt zou hebben is dan zeker geen sprake meer.

We zijn na een km of 10 even gestopt bij Victora Falls, zo genoemd naar Koningin Victoria die hier in 1877 op bezoek was. Het water dat langs de watervallen naar beneden tuimelt, komt van Beinn Eighe, het indrukwekkende grootste deel van de berg ten zuiden van Loch Maree. En zoals dat bij ons wel vaker het geval is liepen wij het moeilijkste en langste pad naar boven , het stond dan ook niet aangegeven.


Daarna maakten we (een km of 5 verderop) een wandeling door het Beinn Eighe National Nature Reserve. Dit natuurreservaat is het eerste reservaat dat in Engeland werd vastgesteld. Van een afstand zien de bleke puinhellingen op de berghelling eruit als kale sneeuwvelden, maar als je dichterbij komt, zul je versteld staan van de diversiteit aan dieren in het wild die in dit reservaat gedijen. Er zijn drie routes uitgezet van 8 uur, 4 uur en 1 uur. Die laatste klimt van 200 m hoogte naar 750 m en gaat grotendeels door het bos, dus die hebben we genomen. In de eerste 650 m van de klim ga je die 550 m omhoog, dus dat is echt klimmen; gelukkig hebben ze veel natuurlijke trapjes gemaakt met rotsblokken, dus het pikhouweel en touw konden in de camper blijven (grapje). Bij Victoria Falls kwamen we een stel Nederlanders tegen die nog aan hun wandeling moesten beginnen en toen we hen zeiden dat het maar een klein stukje lopen was, maakte hij die opmerking. Datzelfde stel kwamen we nu weer tegen en ze bleken uit Horst te komen; eigenlijk heel gek dat je midden in Schotland mensen uit je eigen regio tegen komt.


Vervolgens hebben we de 50 km afgelegd naar Lochcarron waar we, na een klein steil klimmetje, nu op een camping staan die een Schot van zijn achtertuin heeft gemaakt. Hij is een heel vriendelijk en spraakzaam baasje. Het weer is inmiddels gewoon Schots geworden dus de regen plenst. Maar na drie weken prachtig weer mogen we beslist niet klagen. (als het morgen dan maar weer droog is!! )

Reacties

Reacties

Netty en Johan

We zien het al, jullie maken echt van alles mee in het mooie Schotland. En Janny wat zul je blij zijn dat je een echte Schot bij je hebt.?

Pam

Wat prachtig verteld ......en met super mooie foto's.....heerlijk om zo met jullie "mee" te mogen reizen !!
Kijk al weer uit naar het volgende verslag :-)
Groetjes uit Velp.

susan

Het is echt een avontuur he... mooi om het allemaal te lezen en te zien op de foto's :-)
Jullie hebben inderdaad geboft met het weer tot nu toe. Hopelijk niet te veel regen de komende tijd.
Lekker verder genieten!!
Liefs van ons.

Inge

Het ziet er allemaal prachtig uit, die tuinen, het landschap, de rotsen in het water en die groep ? wat een cadeautje!
En dan lees ik helling van 26% OMG ?. Zo’n single track lane kan ik nog wel aan maar dát ? klotsende oksels en samengeknepen billen

gerda van bruggen

wat een prachtige fotos maken jullie
hopelijk gaat het weer de laatste weken meewerken

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!