Met de camper naar .....

Wild water maar geen Bjørn

In het Zweedse Gäddede hebben we zondag 5 juni 2016 boodschappen gedaan en dat is een genot als je het vergelijkt met het boodschappen doen in Noorwegen. We begrijpen nu waarom de zweedse winkels aan de grens zo gewild zijn bij de Noren. Na aldus onze voorraad weer wat te hebben aangevuld zijn we begonnen aan de Wildernisroute. Het gebied dat door de Wildernisroute wordt omsloten ligt in slechts 3 gemeenten en is in totaal net zo groot als 57% van Nederland. Er wonen binnen deze gemeenten 22.000 mensen, dus het gebied is redelijk dun bevolkt. Deze dag hebben we maar een klein stukje van de route gereden, eerst langs Ankarede, een eeuwenoud Sami-dorpje. Ankarede is tot op de dag van vandaag een trefpunt van de Sami. De kleine plaats in de buurt van Blåsjön is vooral bekend door zijn in 1896 gebouwde houten kapel en ook door de jaarlijkse kerstmarkt op het eerste weekend van december. Bij de zomerzonnewende-festiviteiten wordt er nauwelijks geslapen, want dan wordt er in plaats daarvan urenlang gegeten, gedanst en gepraat. Wij waren te vroeg – het begint haast gewoonte worden – want het dorpje was nog onbewoond. Vervolgens zijn we door gereden naar Stora Blåsjön waar we op een camping bij de boer zijn gaan staan aan een groot meer.

De volgende dag voerde de route ons over de Stekenjokk, een berg van 1036 meter hoog. Deze berg is in Zweden vooral bekend omdat daar de krachtigste wind in Zweden is gemeten (170 km per uur) èn omdat het weerstation daar ook de laagste temperatuur in Zweden ooit heeft gemeten: -52 gr. in 1966.De afgelopen nacht was het er slechts -1 gr. De weg over de Stekenjokk is eerst sinds eergisteren open en wij reden bijna helemaal alleen; ons zijn op deze weg slechts 3 auto’s tegemoet gekomen. Bovenop de Stekenjokk was het uitzicht adembenemend; smeltwater dat zich samenvoegt tot kabbelende beekjes die op hun beurt wilde stromen worden die klaterend over rotsen naar beneden storten. Vlak bij de top zagen we een Alpensneeuwhoen; het enige stuk(je) wild dat we tot dan toe hebben gezien.

Daarna is het rustig afdalen via de bergen en heuvels van Zweeds Lapland naar Vilhelmina. Onderweg troffen we een hele kudde rendieren die in het zonnetje lagen te herkauwen langs de kant van de weg.

Bij de Treppstegsforsen (de trappenwaterval) zijn we onderweg wat langer gestopt om van het vallende water langs ontelbare trappen te genieten. Janny kwam daar aan de praat met een Deense die vier maanden per jaar in Zweden woonde en daar een uitspanning runde. Zij was haar restaurantje nu aan het opknappen voordat de toeristen in busladingen vol (in de maanden juli en augustus) haar negotie komen aandoen. De Deense had daar plaids liggen met daarop een afbeelding van een eland en Janny mocht er een meenemen; dat vond ze toch iets te gortig en uiteindelijk heeft ze die geruild tegen twee kleine flesjes rode wijn die dankbaar werden aangenomen. Zij – de Deense – kon ons vertellen dat we naar alle waarschijnlijk echt geen beren zouden zien; allereerst hebben die nu net jongen gekregen en dus vertonen ze zich al helemaal niet maar ook al zou dat niet het geval zijn, de kans dat je ze wel zou zien is bijna nihil. Zij kent Zweden die al hun hele leven hier wonen en die een beer alleen maar in de dierentuin hebben gezien, nooit hier in het wild. Maar voor het toerisme zijn dit natuurlijk aanlokkelijke verhalen.

Omdat we al eerder in Vilhelmina zijn geweest – zie ons verhaal Meeting Rudolph in Lapland – besloten we een tiental kilometers daarvoor de gebaande paden (de Wildernisroute naar Vilhelmina) te verlaten en ons echt de wildernis in te wagen door binnendoor te steken over half-verharde en onverharde wegen. Dat was zo’n 80 km hobbelen en stof vreten met een slakkengangetje van maximaal 50 km/u, maar vaak nog veel langzamer, naar het beginpunt van de Wildernisroute. We hadden toen nog de stille hoop dat we misschien onderweg een eland of vossen zouden tegenkomen, maar helaas. Het is bij een kudde rendieren en de Alpensneeuwhoen gebleven.

Uiteindelijk kwamen we op onze overnachtingsplek in Gubbhogen aan, een zogenaamde natuurcamping. Nou, hij was prachtig: (drink)water uit een natuurlijke bron, een ouderwetse kakdoos, inclusief houten huisje, een keukentje met fornuis (op hout gestookt, wel eerst zelf aanmaken), een sauna – ook zelfbediening – en dat alles gelegen aan een groot meer, inclusief zwermen muggen (helaas), voor de belachelijke prijs van 0,00 Euri. We hebben eerst geprobeerd om de camper weer redelijk stofvrij te krijgen na de wilde rit door de wildernis over onverharde paden. ’s Avonds hebben we een houtvuurtje aangelegd en tot een uur of elf buiten gezeten; dankzij het vuurtje bleven de muggen weg, maar Janny was daarvoor al vele malen gestoken.

De volgende dag zijn we naar Trondheim gereden om vanaf dat punt onze geplande route weer te vervolgen. Daar staan we nu, aan de rand van de oude stad op een camperstandplaats samen met nog zo’n stuk of twintig campers. Morgen gaan we de stad bezoeken en dan naar een camping hier vlak bij om de noodzakelijke was te doen. Onderweg hier naar toe hebben we het er over gehad of de Wildernisroute de omweg waard was. We kunnen ons voorstellen dat mensen die deze route rijden en alleen nog in Zweden zijn geweest, van de ene ah in de andere oh vallen en de route adembenemend mooi vinden. Dat is ie ook, maar als je in Noord Noorwegen bent geweest en daar het bijzondere natuurschoon hebt bekeken, dan is de Wildernisroute niet meer echt zo bijzonder en raak je niet meer gauw verbaasd. Kortom, geen spijt van de omweg, maar ook geen drang om nog een keer terug te gaan.

Reacties

Reacties

Siets en Gijs

Pap, je bent een echte Paulus aan het worden zo te zien... Of moet ik eerder zeggen 'Ultimate Survival met Bear Grills'. Wat zal Nederland dan straks weer voorspelbaar zijn. Voor de muggen hoef je niet terug te komen, die houden mij al de halve nacht wakker.

Hier ist allemaal niet zo spannend. De examens lopen eindelijk op haar eind en morgen ga ik een dagje Efteling doen met mn mentorklasje dus das een mooie afwisseling. Maar lang niet zo afwisselend als bij jullie....

Enjoy enne, safe travels!! Groetjes ons x

Frans

Zo zie je maar, alles is relatief. Wat mij een schitterende ervaring lijkt, is voor jullie redelijk gewoon geworden.
Wat moet Venray, waar onze hond waarschijnlijk het enige wilde dier is dat je tegen komt, straks saai zijn.
Goede reis verder.

Tinie

Hier is alles goed we gaan dinsdag ff bij leentje kijken Gr tinie

susan

Ziet er allemaal weer geweldig mooi uit... iedere keer weer heel leuk om jullie verhaal te lezen.

Groetjes Susan xx

Inge

Wat een prachtige foto's en leuke natuurcamping!!! Die zie je niet zo vaak meer...... Weer een genot om de avonturen te lezen, wat zal het leven straks saai zijn idd in Venray, maar ach, ook dat zal wel weer snel wennen.
Enjoy en tot later!!!

Eirrah

Prachtig verhaal en mooie foto's, genieten.
Maar hoe vertel ik het Baloe dat er geen beren op de weg zijn, zelfs niet achter sommige bomen een....

Baloe smult wel van de natuur daar en mogelijk gaat hij daar een gezin stichten, wie weet :-)

Toi, Harrie

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!