Met de camper naar .....

Jatmoos en hete hangijzers

Vrijdagmorgen, grijs weer waarbij de einder niet zichtbaar is want het land gaat streeploos over in lucht. We zijn desalniettemin al vroeg onderweg van Middelharnis naar Tholen, een rijafstand van 33 km, omdat aan de haven van Tholen maar vijf camper plaatsen beschikbaar zijn en je, zo weten wij uit ervaring, de grootste kans hebt op een plaats als je ‘s morgens vroeg aankomt. Toen we om half tien bij de haven aankwamen, waren er drie plaatsen vrij. Van de gezellige havenmeester Lydia begrepen we dat er zojuist drie waren vertrokken. Ze vertelde honderd uit en dat zou ze blijven doen.



De naam Tholen verwijst naar de tol die hier vroeger werd geheven op de Eendracht, dat nu het Schelde-Rijnkanaal is. Tholen heeft een historische stadskern, die nog steeds grotendeels is omringd door wallen en vesten. Het gebied binnen de vesten is sinds 1991 een beschermd stadsgezicht en telt enkele tientallen rijksmonumenten.



Een opvallend gebouw is het voormalig stadhuis van Tholen uit de 15e eeuw, dat ontworpen is door leden van de beroemde architectenfamilie Keldermans; in dit stadhuis hangt het oudste carillion-klokje van Nederland, eveneens uit de 15e eeuw. Het stadsbeeld wordt gedomineerd door de Onze-Lieve-Vrouwe-kerk, een kruisbasiliek in de Brabants-gotische sfeer.



Toen we ons geïnstalleerd hadden zijn we op de fiets gestapt naar Bergen op Zoom dat acht kilometer verder ligt. We lopen de stadswandeling van de ANWB (helaas met enige foutjes in de beschrijving, maar een kniesoor die daar op let). We stalden de fietsen traditiegetrouw achter de kerk in het centrum, in dit geval de Sint-Gertrudiskerk aan de Grote Markt. Deze markt wordt omzoomd door de kerk, statige herenhuizen en het oude stadhuis, terwijl de markt zelf bijna volledig wordt bezet met terrasjes. Het oude Stadhuis is te bezichtigen en wij hebben een privé rondleiding gehad van een op leeftijd zijnde vrijwilliger; we vroegen ons tegelijkertijd af hoe dat in de toekomst zou gaan, wanneer jongeren die taak zouden moeten overnemen. Zouden rondleidingen als deze dan nog bestaan?



Het stadhuis bestond oorspronkelijk uit 3 panden die successievelijk in 100 jaar, van 1400 tot 1500, door het stadsbestuur zijn aangekocht en in 1611 van een nieuwe, alle drie de panden betreffende voorgevel werd voorzien met bovenin de spreuk “Mille Periculis Supersum” (vrij vertaald: duizend gevaren kom ik te boven). De vrijwilliger heeft ons drie kwartier rondgeleid en wist het heel aardig en met humor te vertellen. In de grote Schepenzaal wees hij ons op de haardstede, voorzien van grote pot aan een vuurhaal en ook aan de ijzertjes aan de schouw. Deze waren bedoeld voor de hoogedele lieden die na hun vergadering zich aan het haardvuur konden warmen onder het genot van een pijp en wellicht ook een drankje, daarbij met hun hand hangend aan het ijzer; een hangplek voor de stadsbestuurder dus, maar die moesten wel opletten, want als het vuur te hard opgestookt werd kregen ze met een heet hangijzer te maken en brandden ze hun hand daar aan.



Bergen op Zoom is eeuwenlang een vestigstad geweest met wallen, vesten een stadsmuur en stadspoorten. Na twee stadsbranden in de 14e en 15e eeuw is besloten om de vuurgevaarlijke beroepen (pottenbakkers, smederijen e.d.) naar buiten de stad te verplaatsen; gaandeweg werden ook deze uitbreidingen ommuurd en versterkt waardoor Bergen op Zoom die eigenaardige sleutelvorm als oude stad heeft verkregen. Het effect van die uitbreiding was wel dat één van de poorten zijn traditionele functie verloor en werd omgetoverd tot gevangenis. Deze gevangenispoort uit de 14e eeuw is nu het oudste monument van de stad; hij is immers niet in de 19e eeuw geslecht, zoals dat wel het geval was met de vestingmuren en de overige poorten.



De landsheer van Bergen op Zoom was een markies en de markiezen hebben in de jaren 1485-1514 hun onderkomen in de stad gebouwd. Het is daarmee het oudste stadspaleis in Europa. Toen de Fransen in 1747 Bergen op Zoom bezetten werd het een hospitaal en hebben het toen ze vertrokken volledig geplunderd. Het was nog wel goed genoeg om er een militaire kazerne van te maken en als zodanig heeft het tot de zestiger jaren van de vorige eeuw dienst gedaan. Een twintigjarige restauratie brak aan en in 1980 is het als museum in gebruik genomen.



We hebben onze stadswandeling daarna vervolgd met een kleine omleiding: we wilden ook de Synagoge die achter de Sint-Gertrudiskerk ligt bezoeken. Om iets na drie uur kwamen we daar aan. We werden ook daar rondgeleid door een vrijwilligster, die niet verlegen zat om smeuïge verhalen. Ze wist de joodse gebruiken heel beeldend te vertellen. In haar verhaal over de Thora-rollen en het gebruik daarvan wees ze op een lees-stokje in de vorm van een hand of vinger. Omdat de Thora altijd geschreven werd op perkament (dat niet vergaat zoals papier) kon het dus honderden jaren oud worden. Het mocht niet met de hand worden aangeraakt (daar zou het vies, besmeurd van raken) en om de regel te kunnen volgen werd daarvoor het aanwijs-stokje gebruikt die Jad (hand in het Hebreeuws) wordt genoemd. Onze vrijwilligster vertelde daarop dat haar vader op een gegeven moment op de markt de term Jatmoos gebruikte, waarbij zij onmiddellijk dacht aan een stelende jood (jat van jatten en Moos van de voornaam Mozes), maar haar vader bedoelde jad moës hetgeen handgeld betekende. Het kan verkeren.



Onder de synagoge bevindt zich in de gewelven de mikwe, het ritueel bad; die kon daar worden gesitueerd omdat zich onder de synagoge een bron bevind en het bad volgens joodse traditie moet worden gevuld door stromend water, afkomstig uit een bron, rivier of de zee.



We verlieten om half vijf de synagoge en waren daarmee te laat om de Sint-Gertrudiskerk nog te bezoeken, die rond die tijd sluit. Helaas, misschien een andere keer als we nog eens in de buurt zijn.



De volgende dag stapten we al vroeg op de fiets omdat de weersverwachting er voor de namiddag niet gunstig uitzag. De route voerde bijna 15 km langs de Oosterschelde, soms achter de dijk, soms er op en soms er voor. Halverwege kwamen we in een natuurgebied een kluut tegen en Janny kon weer een gespotte vogel van haar lijstje strepen.



De Oosterschelde is een rivierarm van de Schelde maar door getijde

-werking en de aanwezigheid van zout én zoet water leven er duizenden soorten planten, vogels en andere dieren. Er wordt nog op de “oude” manier gevist in de Oosterschelde en het is de kraamkamer van de mosselen. In Yerseke staat de enige mosselveiling van Nederland.



Halverwege draaiden we rechtsaf naar Maartensdijk, waar we in de enkele uitspanning die Maartensdijk rijk is een cappuccino hebben gedronken. Net voor Poortvliet zagen we een veld met vlas staan. In onze jeugd leerden we op de lagere school dat in Zeeland voornamelijk vlas werd verbouwd voor de linnen-industrie. Nu is dat hoge uitzondering geworden. Het was een mooie route van zo’n 38 km.



Rond 1 uur ‘s middags waren we terug aan de haven van Tholen en hebben we buiten gezeten en naar de eerste bergetappe in de Tour de France gekeken. De voorspelling wat het weer betreft kwam uit: om 4 uur begon het te regenen.

Morgen laten we het gezellige Tholen met zijn goedlachse mensen achter en gaan we naar de Wouwse plantage.

De aanvullende foto's tot en met 3 juli staan op onze Fotosite onder de Links.

Reacties

Reacties

Harrie Kijkduin

Ja Nederland was (!! ) zo droog en de "goden" blijven hun best doen met de kraan boven steeds te hooi en te gras open te zetten...
Best jammer en vreselijk voor de regelmatig hier en daar ondergelopen delen van het land.
Weer een mooie en boeiende beschrijving van het e.e.a.
Groet, HAWS.-

susan

Weer een mooi verhaal van jullie! Bergen op Zoom hebben we samen al eens bezocht he Janny.
Zoals je al zei, ook de kerstmarkt.
Mooie foto's, veel plezier bij de Wauwse plantage... hier rijden wij altijd langs als we naar Zeeland gaan met de caravan :-)
groetjessssssssssssss

Inge

Leuk om te lezen over de Joodse gebruiken en geloof het of niet maar ook Bergen op Zoom en de Wouwse Plantage staan op het verlanglijstje om ooit eens te bezoeken. Ik denk dat ik er een leven bij moet hebben ?
Ondanks het soms tegenvallende weer (maar dat kun je verwachten in Nederland) maken jullie er toch wat van!
En ik ben jaloers want een kluut heb ik nog nooit gezien ?

Johan en Netty

toch gelukt om de synagoge te bezichtigen. Heel interessant en ook weer hele mooie plaatjes geschoten. Bijzondere gebruiken, zoals in elke religie overigens. De term Jad is goed gekozen en wellicht verbasterd naar onze "jatten".
Prachtige vogelfoto van n helaas bijna niet meer te spotten vogel. Vroeger zag je die hier in de weilanden te pas en te onpas, net als de grutto en de kivit en de wulp enz enz
Geniet lekker verder met hopelijk een beetje beter weer voor jullie, en dus ook voor ons

Richard Zinnia en Mirte

Moet nog een boel inhalen, dus rustig aan met schrijven ;-)
Hoop van het weekend alles een beetje doorgelezen te hebben, ziet er in ieder geval weer mooi uit allemaal!

Gr. Richard, Zinnia en Mirte

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!