Met de camper naar .....

Van Nederland via Zurich naar Dokkum onder Zijl

Na even wat boodschappen bij de supermarkt in Hasselt gedaan te hebben vertrokken we maandagmorgen al vroeg naar de camperplaats in Weteringen, een plaats zonder voorzieningen aan een vaart waar de plezierbootjes rustig voorbij voeren. We zijn daar op de fiets gestapt om een fietstochtje van zo’n 30 kilometer door het Nationaal Park Weerribben-Wieden te maken. Het park is met ruim 10.000 hectare het grootste aaneengesloten laagveenmoerasgebied van Noordwest-Europa. Je moet oppassen dat je niet verdwaald in het labyrint van plassen, meren en slootjes, want simpel even doorsteken als je het verkeerde pad hebt genomen is er niet bij.


Onderweg kwamen we ook nog twee wandelaars tegen die het Jacobspad afliepen; ze deden het in wisselende stukken. We hebben ze een goede tocht gewenst. Vandaag hebben we, naast het park, nog twee doelen op ons programma. Als eerste het dorpje Nederland. Het is in het begin van de 16e eeuw ontstaan toen de eerste bewoners zich op een zandrichel in het het veen vestigden. Omdat hun landerijen zeer laag gelegen was is de naam Nederland ontstaan. Het is nu niet veel meer dan een verzameling van een tiental boerderijen en huizen.



Het volgende stadje was Blokzijl, een vestingstad die als bolwerk door Maurits is versterkt om de Spaanse vloot de weg van de Zuiderzee naar het binnenland te blokkeren. Het is een gemoedelijk klein vestingstadje met een rijke historie en als je in de buurt bent moet je het echt even aandoen.



Midden in Blokzijl staat het standbeeld van Kaatje aan de Sluis (1672-1732), herbergierster en haar hotel/herberg bestaat nog steeds. Kaatje was smoorverliefd op een stuurman ter zee en dat was wederzijds. De stuurman monsterde aan op een VOC-schip en hij beloofde Kaatje dat hij zodra hij terug kwam met haar zou trouwen. Kaatje heeft haar zeeman uitgezwaaid om daarna geduldig te wachten. Om aan de kost te komen is ze een herberg voor zeelieden begonnen en met handel in specerijen (die immers dichtbij waren, gelet op het belang van Blokzijl in de Gouden Eeuw) wist ze een aardig fortuin op te bouwen. Maar ze was bijzonder bekend vanwege haar kookkunsten met de door haar vergaarde specerijen en de recepten die ze bedacht schreef ze allemaal op in haar kookboek dat ze als een groot geheim bewaarde. Haar kookboek was niet te koop, hoewel ze veel aanbiedingen heeft gehad om het te verkopen. Op 59 jarige leeftijd is Kaatje vermoord en bestolen; haar geld, sieraden en kookboek zijn nimmer teruggevonden, maar in de tijd daarna kwamen wel her en der haar recepten boven water. Ze heeft haar zeeman op wie ze zo lang wachtte nooit meer gezien: vier maanden nadat Kaatje was vermoord, keerde hij terug uit de Oost.



Op de weg terug naar de camperplaats kwamen we ook nog door het plaatsje Muggenbeet. Niet genoemd naar het stekelige beestje maar een verbastering van mĂŒcken bĂšk hetgeen in het Oud-Saksisch een kleine beek betekende.



Dinsdag 15 juni waren we al vroeg op pad om via Nij America en Stavoren naar Zurich aan de Waddenzee te gaan. Nij America, dat in de buurt van Nijemirdum in Friesland moet liggen hebben we niet kunnen vinden: Truus van de GPS zei heel netjes “bestemming bereikt”, maar toen reden we op een weg met links en rechts niets anders dan weilanden met grazende koeien. In Stavoren konden we de camper op een grote parkeerplaats aan de rand van de stad parkeren. Stad? Jazeker, Stavoren is de oudste stad van Friesland: het dorp Stavoren werd in 991 geplunderd door de Noormannen (in de geschiedenisboekjes wordt bijna altijd alleen maar Dorestad, het huidige Wijk bij Duurstede genoemd), en het kreeg in 1062 zijn stadsrechten. In de 13e eeuw sloot Stavoren zich al aan bij de Hanze. In 1345 probeerde de Hollandse graaf Willem IV de stad, destijds de belangrijkste van Friesland, te veroveren. Tevergeefs: in de beroemde Slag bij Warns werden de Hollanders verpletterend verslagen. Stavoren werd groots en rijk door de graanhandel, volledig geĂ«nt op het toen groeiende Amsterdam. Maar helaas, zoals zo vaak komen er momenten waarop het het veel slechter gaat en ook dat trof Stavoren: Hoogmoed komt voor de val. Het ultieme symbool daarvan staat op de kade: het Vrouwtje van Stavoren. Haar geschiedenis is symbolisch voor Stavoren in die tijd. Wil je meer weten over die legende: Google is jouw beste vriend.



Via diverse wegomleggingen en wachttijden bij opgebroken wegen bereikten we aan het begin van de middag Zurich dat nĂ©t na de Afsluitdijk aan de Waddenzee ligt. De camperplaats, ingericht voor 2 campers was in principe vol want er stonden er al drie, maar ze was zo ruim bemeten dat we er nog net bij konden. Het dorpje zelf “het nie veul op de zök” zoals ze in Zuid-Nederland zeggen. Je bent er in 10 minuten volledig door gewandeld.



En paar vriendelijke medecamperaars wezen ons op een alternatief: fietsen naar Harlingen over de zeedijk, een tochtje van 8 km, af en toe laverend tussen de schapen door die er grazen of op de weg liggen te slapen. Harlingen is een gezellige stad om te vertoeven. Zo gezegd gedaan en we moeten zeggen: dat hadden we niet verwacht. Harlingen is een prachtige stad, maar doet wel enigszins chaotisch aan omdat het centrum niet autovrij is. Bij nader inzien is dat ook niet goed mogelijk: de panden zijn vanwege het waterrijke centrum alleen via de enkele doorgaande wegen te bevoorraden en ook bewoners kunnen niet anders. Al met al is het een leuke stad om door te slenteren en we werden weer eens bevestigd in de opvatting hoe mooi ons eigen landje eigenlijk is. En mocht je nog een driemaster te kort komen, in de haven van Haringen ligt er nog een te koop voor 1,7 milj. Euri. Een ervaring rijker zijn we aan et eind van de middag terug gefietst. ‘s Avonds hebben we vanaf een bankje op de dijk kunnen genieten van een prachtige zonsondergang




Omdat we nog nooit in Noord-Friesland zijn geweest besloten we een kleine omweg te maken naar Dokkum, de plaats waar Bonifacius in 754 is vermoord, maar die tegenwoordig beter bekend staat als de plaats waar de Elfstedentocht omkeert om dan in Leeuwarden te eindigen. We konden onze camper kwijt op de camperplaats tegenover één van de drie molens die Dokkum (nog) rijk is en die nét buiten de oude stadswallen ligt.



Te voet ben je in 10 minuten bij het Toeristisch Informatie Punt (vroeger noemde we dat gewoon het VVV-kantoor), waar we door een zeer vriendelijke medewerker te woord werden gestaan. Met een stadswandeling in de hand begonnen we rond 11 uur aan onze stadswandeling. Dokkum kreeg in 1298 als vierde stad in Friesland stadsrechten en rond 1581 worden de vestingwerken om de stad gelegd : wallen en grachten en die zijn tot nu toe nog steeds behouden gebleven. Het effect daarvan is dat het stratenpatroon en de mogelijke bebouwingsoppervlakten nog steeds middeleeuwse maten heeft. Ben je daar naar op zoek dan moet je echt eens in Dokkum gaan kijken. De lokale stadswandeling is in twee uurtjes te doen en als je een terrasje pakt – dat ruimschoots voorhanden is – dan doe je misschien zoals wij er wel wat langer over. Leuk om te weten is dat de bijnaam van de Dokkummer “Granaet” is. Tijdens de stadhouderlijke periode van de Nederlanden ving men een bijzonder grote garnaal (“granaet” in het Fries) en besloten werd om de garnaal aan de ketting te leggen onder de Zijl (Ă©Ă©n van de kades in Dokkum draagt die naam) totdat de stadhouder zou komen. Deze is nooit komen opdagen, maar volgens de legende ligt de garnaal er nog (wij hebben hem nochtans niet geroken!). Komt daar misschien de uitdrukking “onder zeil liggen” vandaan? Ik denk het niet, maar leuk is het wel.

Dokkum is in elk geval meer dan de moeite waard om te bezoeken en de Friezen stug? Helemaal niet ze zijn vooral heel vriendelijk. Natuurlijk boffen we ook ontzettend met het mooie weer. Elke dag zon en in de avond koelt het af zodat je goed kunt slapen.



Aan het eind van onze wandeling zijn we nog even naar de Bonifacius-kapel, net buiten de oude stad gelopen. Op de plek waar Bonifacius vermoedelijk is vermoord staat nu een kapel die aan hem is gewijd. Het is een pelgrimsoord geworden en de kapel is nog door Titus Brandsma (geboren in Bolsward) opgericht.



Morgen gaan we naar Bombay en aansluitend naar Earnewald, naar het Nationaal Park de Alde Faenen. San zullen we ook de andere foto's in ons fotoboek plaatsen.

Reacties

Reacties

Pam

Genoten van jullie uitleg over deze plaatsen met bijzondere namen....maar ook van de super mooie
foto's.....geweldig !!
Groetjes, Pam.

susan

Mooie foto's van het prachtige Nederland, geniet ervan!

Harrie Kijkduin

Pas op mensen daar in Friesland, nog steeds heb ik die moord op Bonifacius bij Dokkum in mn hoofd en als ze je daar niet mogen......kijk uit.
Thx voor het verslag weer, mooi !!

Niek

Jullie raken toch nooit de weg kwijt ! Roland heeft toch zijn GPS bij zich. Geweldig de weerribben, ik vind het ook zo mooi daar!

Inge

Ah, de Weerribben! Prachtig gebied, we hebben er vele fiets kilometers liggen.....ooit een aantal jaren geleden een poosje gestaan op een camping.
Friesland noord nog nooit geweest maar staat zeker op het lijstje van nog te bezoeken streken, evenals noord Groningen!
Bedankt maar weer voor de extra info, mooie foto’s en heerlijk dat het weer ook mee doet om het nog leuker te maken!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!