IJzig mooi
Vanmorgen verlieten we het Geirangerfjord om naar de Jostedalgletsjer te gaan. Nu moet je in Noorwegen als je een fjord uit wilt altijd omhoog, tenzij je met de boot bent want dan kun je het fjord gewoon uitvaren. In ons geval moesten we naar 1000 m hoogte voordat we het fjord uit waren. Als je een mooi uitzicht op het fjord wilde hebben kon je nog hoger, naar Dalsnibba op bijna 1500 m hoogte via een tolweg. Toen wij op 1000 m hoogte zaten reden we al door besneeuwde ketens en langs een bevroren meer; wij hoefden dan ook niet nog eens 500 m hoger om vervolgens de diepte in te kunnen kijken.
Vanaf dat punt ging het weer betrekkelijk langzaam naar beneden om na zo’n kilometer of 40 weer op zeeniveau bij het volgende fjord uit te komen. Het landschap bleef ons bekoren; na weer een tunnel (inmiddels hebben we er op onze trip door Noorwegen meer dan 100 gehad) ziet het landschap er telkenmale heel anders uit. Aan de Noordzijde van de berg vind je veel sneeuw en bevroren meren, ga je de tunnel door en kom je aan de zuidzijde dan vind je ineens weilanden, boerenbedrijven en kabbelende beekjes. Deze afwisseling in landschappen maakt dat we dit gedeelte van Noorwegen veel mooier vinden dan de alom geroemde Lofoten.
Nadat we Loen (wij maakten daar Loën van, Overloon in het dialect, wat de noorse uitspraak goed benaderd) aan het Innvikfjord waren gepasseerd, sloegen we in Olden, waar weer zo’n groot cruiseschip in het fjord lag, linksaf naar Brikdalsbreen, onze volgende bestemming. De weg werd erg smal, zo smal zelfs dat je bij een tegenligger elkaar niet meer kon passeren en gebruik moest maken van de speciaal daarvoor aangelegde passeerstroken. Dat betekent anticiperend rijden, anders loop je het risico dat je een paar 100 meter achteruit terug moet op dat smalle weggetje.
Na 20 km – en een stuk of 10 tegenliggers – kwamen we uiteindelijk in Brikdalsbreen aan en konden we aan het begin van de middag ons op de camping Melkevoll Bretun installeren. Hier wilden we twee dagen blijven om op ons gemak de gletsjer te kunnen bekijken.
Langs onze camper stroomde een woest bergbeekje en als we omhoog keken zagen we hem de Volefossen (de Vole-waterval) af komen. Deze waterval is de 45ste in de rij van hoogste watervallen in Noorwegen; zijn totale val is 355 meter, waarvan 185 meter vrije val. Hij dankt zijn naam aan het geluid dat die maakt; het lijkt op vallende stenen (vole in het Noors) en hij maakt dan ook een donderdend geraas. Het schijnt dat als er regen op komst is, zijn gedonder luider en luider wordt. We hebben die middag een kleine wandeling gemaakt naar een uitzichtpunt vlakbij de camping, waar we een prachtig zicht hadden op de ijzige massa van de Jostedalbreen.
In Noorwegen is het gebruik dat je op een wandeling éénmaal in je leven een zogenaamd steenmannetje gemaakt moet hebben; een steenmannetje is een verzameling op elkaar gestapelde stenen, van klein naar groot. Je ziet ze bij tientallen langs de weg staan. Wij konden niet achter blijven en hebben ons steenmannetje ook langs de kant van de weg gemaakt.
Toen we ’s middags in het zonnetje bij de camper zaten zagen we de bussen vol met toeristen af en aan rijden; het merendeel kwam denken wij vanaf Olden, de aanlegplaats van cruiseschepen. We besloten om de volgende morgen vroeg aan te lopen, zodat we die scheepsladingen wat voor zouden kunnen blijven.
De volgende morgen dus al vroeg de bergschoenen aangetrokken voor een klim van bijna 4 kilometer en ruim 300 meter omhoog, naar de Jostedalbreen. Deze gletsjer is de grootste van het vasteland van Europa; hij is in totaal 470 km2 groot. Het pad naar de tong van de gletsjer was goed begaanbaar en vrij breed; het pad is genoemd naar Keizer Wilhelm van Duitsland, die begin 20e eeuw ook een bezoek heeft gebracht aan deze gletsjer. Over dit pad rijden tot zo’n 500 meter van het eindpunt karretjes met 8 zitplaatsen, die – meestal – bejaarde cruise-toeristen op een makkelijke manier tot dicht bij de gletsjer brengen.Daarna is het nog ongeveer 15 tot 20 minuten lopen.
Wij verkozen te wandelen en we waren, ondanks het vroege uur, niet de enigen. Velen wandelden met ons mee. Zo ook een groot aantal Japanners (neen, Inge, niet alleen bij jullie op vakantie zijn die in grote getale aanwezig), waarvan er een vijftal zeer bijzonder uitgedost waren. Nu zijn we hier ver van grote steden, nog verder van industrie en hoog in de bergen, dus de lucht die wij inademen moet wel bijzonder schoon en gezond zijn. Niet voor deze Japanse, die bescherming zocht tegen de koele berglucht. En zo zagen we er nog minstens vier met monddoekjes om.
Langs het pad zie je markeringen staan die aangegeven tot waar de gletsjer in vroegere tijd reikte. Het verst kwam hij in de periode van de Kleine IJstijd (eind 16e tot midden 17e eeuw) en de laatste markering was die van begin 20e eeuw, toen Keizer Wilhelm hier was. Vanaf dat moment zijn er foto’s en kun je aan de hand daarvan zien hoezeer de gletsjer is gesmolten. Na een dik uur wandelen zagen we de gletsjer in volle omvang schitteren. Diepblauwe kleuren en metersdiepe scheuren. Werkelijk, ijzig mooi.
We hebben samen op een rotsblok gezeten om van dit prachtige natuurschoon te genieten. Iets voor 12 uur gingen we weer op weg naar beneden en konden we genieten van de bergbeek die door het smeltwater van de gletsjer wordt gevormd. Zo’n 10.000 liter water per minuut komt als smeltwater in het meer aan de voet van de gletsjer en dat water stort met geraas naar beneden; eerst nog als een kalm bergbeekje maar hoe groter het verval, hoe woester hij wordt. Op een gegeven moment valt hij zo’n 30 meter naar beneden en word je nat van het, overigens ijskoude spatwater.
Aan het eind van de Keizer Wilhelmweg ligt de gebruikelijke souvernirwinkel en daar stonden inmiddels ook een stuk of 15 bussen. Voldaan en vol indrukken kwamen we in de middag weer bij de camper aan. Morgen gaan we naar de watervallen Feigevossen, zo’n 175 km verder.
De laatste foto’s zijn weer op Flickr in het album Week 7 gezet (zie de link in de rechterkolom onderaan). We genieten niet alleen van onze omgeving, maar ook van de reacties van jullie, onze volgers; daarvoor willen we jullie hartelijk danken. Keep up the good work, zou ik zeggen.
Reacties
Reacties
ik ben zeer onder de indruk... wauwwwwwwwwwwww zo mooi, zo geweldig!!!
groetjes xx
Schitterend en wat toevallig, Loën. Had maar aangekomen!!
Fijne reis nog maar dat hoef ik niet te zeggen, ik zie dat jullie genieten!!
Wat een prachtige reis maken jullie en wat zal dat genieten zijn van al dat moois! Zijn de hoofden nog niet overvol van al die nieuwe indrukken? En wat bizar dat je in zo'n gebied mensen ziet lopen met mondkapjes voor, dat is toch niet te geloven.
Ga gewoon verder met genieten én met ons mee laten kijken en lezen.
Het ziet er erg indrukwekkend en geweldig uit!
Wij genieten (wel achter de pc) met jullie mee.
Ben er stil van zoveel moois en zo goed beschreven elke keer weer..
Dat stenen mannetje ook zo leuk, prachtig !
Mensen geniet nog lekker !!
Groet, Harrie
Ik ben ook ooit in Noorwegen geweest maar wat jullie daar allemaal zien dat heb ik daar nooit gevonden Ik ge niet van jullie verhalen.Nog heel veel plezier
Wat een wonderschone natuur..... Ben er stil van en dat ben ik niet zo gauw.......volgens mij staan jullie daar regelmatig met tranen in de ogen van zoveel moois......
Die gletsjer! Wauw ik heb de Aletschgletsjer gezien maar die haalt het niet bij deze!
En dat geloof je toch niet, die Jappen ook al in Noorwegen? Doen ze zeker Europe in 10 days ipv ome week ???? En ja je herkent ze al van verre aan hun idd zeer bijzondere kleding en dan druk ik mij nog voorzichtig uit ????
Op dit moment kijken wij vanuit Primosten uit op de Adriatico sea, ook leuk vanuit de luie camping stoel.
Op naar het volgende verhaal????
In een woord......geweldig.......
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}