Met de camper naar .....

A'j wilt driev'n mö'j in't water spring'n


Vrijdag 4 oktober

Een blauwe lucht en met de zon hoog aan de hemel beloofde het een heerlijke fietsdag te worden. Tegen 10.00 uur fietsen we weg van de camping en vooral het eerste gedeelte fietsen we continue met de Ems aan onze rechterzijde. De ene keer over bospaadjes, dan weer langs akkervelden, het is een mooie route. Er staan in elk geval genoeg rustplaatsen langs de route. Het was vandaag ook drukker met fietsers dan voorgaande dagen.


Vreemd genoeg hebben we de afgelopen week geen enkele Nederlandse camper gezien, niet op de weg maar ook niet op de camperplaatsen terwijl je normaal er altijd wel een paar tegen het lijf loopt. Niet dat dat persé van ons moet maar het viel gewoon op.

We horen en zien overigens ook maar weinig vogels. We stoppen in het plaatsje Salzbergen en daar was letterlijk niets te doen en nog minder te zien. De restaurants en café’s waren allemaal gesloten en uiteindelijk vonden we een bierstübe die twee tafeltjes met stoelen op de stoep had staan. We hebben er wat gedronken en bij Lidl die er naast lag wat broodjes en beleg gekocht die we later in het bos op een picknickplek opgegeten hebben. Niets mis mee en net zo lekker! Het was in elk geval een heerlijke fietsdag.



Zaterdag 5 oktober

Vertrekdag want we gaan de grens weer over en fietsen in Nederland verder. Eerst in Nordhorn even voor een paar mensen shag gekocht die hier nog goedkoop is vergeleken met Nederland. Nog goedkoper is natuurlijk niet roken maar dat moet ieder voor zich weten. Om 10.00 uur arriveerden we op camperplaats de Boskamer in Ootmarsum waar de eigenaresse Simone ons hartelijk welkom heette. Nadat we een plekje hadden gevonden zijn we op de fiets gestapt richting Tubbergen.

Simone zei dat het dit weekend Glaskunstweekend was in Tubbergen en dat het de moeite waard was.

Tubbergen heeft een gezellig centrum en er stonden al heel wat fietsen bij de stallingen. In een grote tent was een glasblazer bezig en gaf bij elke handeling uitleg met de nodige humor. Hij zou het niet slecht doen als komiek want hij had de lachers op zijn hand.


Verder was er overal in het centrum glaswerk te zien, buiten en in winkels, een erg leuk concept. Wij zijn wat langer binnen geweest bij de Zuivelwinkel want behalve dat daar glaswerk te bewonderen was mocht je er ook diverse soorten kaas, noten en crackers proeven. Nu ligt er een heerlijk stuk kruidenkaas in de koelkast. Natuurlijk zat het weer ook mee, volop zon, 16 graden en de terrassen zaten dan ook vol. Voor we weer terug fietsen hebben we nog even heerlijk kibbeling gegeten.


Zondag 6 oktober
De lucht keek grijs en het was behoorlijk fris bij het opstaan maar het klaarde al vrij snel op en rond half 11 zijn we op de fiets gestapt. Fris was het nog steeds (11 gr) maar daar kun je je op kleden. Er waren al heel wat wandelaars en fietsers onderweg op de route door het Springendal maar er zijn zoveel fietspaden dat je er nauwelijks last van hebt. Langzaam zie je dat de bomen in herfstkleuren veranderen en we komen nu ook meer paddenstoelen langs de bosrand en bermen tegen.


Gelukkig hoorden we nu wel vogels fluiten. Bij watermolen Bels zijn we gestopt. Het was vroeger een bovenslagmolen op de Mosbeek en in 1725 gebouwd als papiermolen. Sinds 1962 is het een café/restaurant waar veel wandelaars en fietsers even een pauze nemen. Het is prachtig gelegen in een natuurgebied met een mooie tuin erom heen. Het interieur doet ouderwets gezellig aan en zowel buiten als binnen heerst een gezellige sfeer. Zo lezen we : Hier bie’n Bels is’t verplicht onthoast’n , A’j gen tied hebt, mö’j ‘n huuske wieder goan en A'j wilt driev'n mö'j in't water spring'n.

Na de lunch stappen wij weer op en vervolgen onze route om uiteindelijk in Ootmarsum te stoppen in het oude historische centrum. Vakwerkhuisjes, kinderkopjes, oude waterputten het lijkt of de tijd heeft stil gestaan. Het staat ook bekend als hét kunststadje van Oost-Nederland.

Dit weekend was het tevens wijnfestival dus het was een gezellige drukte op het dorpsplein. Alle kunstgalerijen en winkels waren open dus er viel genoeg te bekijken. De bekende Nederlandse schilder Ton Schulten woont en werkt hier en in zijn galerie is veel moois te zien. Je hebt wel een dikke portemonnee nodig want er hingen schilderijen te koop voor 16.500 euro en ik vraag me dan af waar baseren ze dat op? Of betaal je de naam van de kunstenaar?
Uiteindelijk hebben we ons neer gevleid op een terras met een wijntje en een biertje en genietend van een smartlappenkoor van mannen was het prima vol te houden!

Op de terugweg nog wat boodschappen gehaald bij Appie en voldaan arriveerden we eind van de middag weer op de camperplaats waar het inmiddels een stuk rustiger was geworden.


Maandag 7 oktober

Om 9.00 uur vertrekken we uit Ootmarsum richting Doesburg zo’n 80 km rijden. Helaas (achteraf gelukkig) doet de stroompaal van de camperplaats het niet en moeten we iets anders zoeken want we moeten de fietsaccu’s op kunnen laden; in oktober gaat dat niet echt meer makkelijk via de zonnepanelen. We rijden 4 km terug naar Steenderen, waar midden in het dorp een prachtige camperplaats Landlust genaamd ligt. Omzoomd door groen liggen er twee velden in de vorm van een rotonde voor 30 campers op een verharde ondergrond met een klein grasveldje ernaast. Het sanitairgebouw ziet er luxe en zeer schoon uit. Na een gezellig kletspraatje met Ans, de eigenaresse zijn we op de fiets gestapt. Het was inmiddels 18 graden en later in de middag werd het zelfs 20 graden.

Steenderen ligt vlak bij Bronkhorst, ( kreeg stadsrechten in 1482) bij de meeste mensen wel bekend omdat het een van de weinige stadjes in Nederland is die buiten de middeleeuwse kern niet werd bebouwd. Bronkhorst groeide niet en is één van de mooiste stadjes van de Achterhoek. De huizen zijn van het type stadsboerderij, opgetrokken uit baksteen met versierde gevels. De historische panden hebben verschillende functies, van woonhuis tot horeca en bijzondere winkeltjes, zoals bv edelstenen en kunstwerken. Op de heenweg stoppen we hier even om rond te lopen. (We zijn hier al eerder ooit geweest, maar het blijft een leuk plaatsje) Wij fietsen door naar de IJssel en gaan met het veerpontje naar de overkant. Via Brummen fietsen we naar de Veluwezoom.

Onderweg maken we nog een moeder en kindje heel blij. Er lag een knuffeldoekje met een speen op de weg en een eind verder liep een vrouw met een bolderkar. Dus 1 en 1 is twee. Knuffelspeen opgeraapt en achter ze aan gefietst. Ze liep net de oprit op van een “klein” optrekje. Oh, mevrouw wat ben ik blij dat jullie de moeite hebben genomen om het op te rapen. Ik denk dat elke ouder de drama’s wel kent van een verloren gegane knuffel en in dit geval was het een kleine moeite.


We fietsen weer terug om de goede afslag te nemen en vervolgen onze route. Het is volop genieten mede ook door het zomerse weer. In Dieren stoppen we even voor een hapje en een drankje om van daaruit weer met de veerboot de IJssel over te steken. We fietsen over de dijk terug en je hebt een mooi uitzicht over het water en de weidsheid van het omringende land. Je vindt hier door de vruchtbare kleigrond veel agrarische bedrijven met veel streekproducten langs de kant van de weg of kleine boerderijwinkeltjes.

In Bronkhorst bezoekt Janny nog even een fototentoonstelling in het kerkje en zit Roland buiten op een bankje de actuele stand van zaken te bekijken.


We hebben nog lekker buiten kunnen zitten en deze avond hoefde we ook geen verwarming aan te zetten.

Dinsdag 8 oktober

Vannacht heeft het even flink geregend maar we hebben weer een mooie zonnige dag gehad. Tegen 11.00 zijn we op de fiets gestapt voor onze laatste route want helaas moeten we morgen weer naar huis.

Het eerste stuk fietsen we langs landerijen en we passeren mooie Saksische boerderijen. In Hummelo stoppen we even op het dorpsplein om een foto te maken van de bekendste Achterhoekers nl de popgroep Normaal. Zij staan hier levensgroot in brons gegoten op het plein.


We fietsen langs een giga groot veld met een gewas wat we niet kennen, dus foto maken, opzoeken en natuurlijk, we zijn vlak bij Doesburg, dus mosterdplanten. Weer wat geleerd. In Hanzestad Doesburg parkeren we onze fietsen bij de kerk en gaan op zoek naar een terras en komen bij de Waag terecht, een gebouw uit 1478 en tevens het oudste nog bestaande café in Nederland. Binnen waan je, je terug in de tijd en het was er ook flink druk.


Duizenden jaren geleden was hier een nederzetting op de rivierdijken, sinds de Middeleeuwen is het een Hanzestad en garnizoensstad en tegenwoordig vooral bekend als mosterdstad. Het stratenpatroon is sinds de veertiende eeuw onveranderd gebleven.

We waren hier al eerder met Inge en Niek dus een stadswandeling hebben we niet gedaan. Gewoon lekker slenteren en genieten van de sfeer.

Na de koffie en de lunch fietsen we weer richting Steenbergen. We maken een ommetje langs de Bronkhorstermolen.


Al in 1482 stond hier een houten standaardmolen. Tot 1795 hadden de eigenaren van de heerlijkheid Bronkhorst recht op het gebruik van de wind. De inwoners van Bronkhorst waren verplicht om bij deze molen hun koren te laten malen.(molendwang) In 1844 is de molen afgebrand en werd de huidige stenen molen gebouwd.


Aan het einde van de middag komen we voldaan terug bij ons huisje op wielen en kunnen we terug kijken op 11 heerlijke dagen. Nederland heeft veel om van te genieten. Wij gaan voorlopig in winterslaap wat het reizen betreft.



Fietsen langs de Ems

Zaterdag 28 sept.
Voor de camper naar de winterstalling gaat en het slechter weer wordt, gaan we nog een aantal dagen fietsen langs de Ems en we starten in Duitsland langs de Werse in de plaats Beckum. File en een keer een verkeerde afslag nemen zorgden ervoor dat we langer over de 180 km deden dan de planning was, maar uiteindelijk arriveerden we rond het middaguur op de gratis CP (alleen stroom moet je betalen) in Beckum. Na de lunch zijn we meteen op de fiets gestapt om het eerste traject langs de Werse te fietsen. De route was veelzijdig met goede fietspaden en we kwamen regelmatig langs de route houten abri’s tegen om te picknicken of te schuilen. Zelfs een automaat waar je fietsbanden in diverse maten kon kopen.


Onderweg hebben we wat wilde kastanjes geraapt voor de kleinkinderen, er lagen er onvoorstelbaar veel en ze zijn erg groot. Toen we het plaatsje Ahlen binnen fietsten begon het te regenen dus maar snel een café opgezocht om te schuilen. Korte tijd later konden we onze fietstocht voortzetten.

Aan het einde van de middag hebben we het plaatsje Beckum zelf bezocht. Op het centrale plein staat een historisch stadhuis uit 1441 en de proostdijkerk St.Stephanus schijnt de waardevolste reliekschrijn van Westfalen te bezitten maar daar werd een dienst gehouden waardoor we maar niet naar binnen zijn gegaan. Wij hebben een paar boodschappen gedaan en zijn terug naar de camper gefietst. ‘ s Avonds hebben we een korte regenbui gehad.


Zondag 29 sept.
Na een goede nachtrust zijn we rond 9.00 aangereden naar het 45 km verderop gelegen plaatsje Telgte. Ook hier weer gratis camperplaatsen waar je alleen de stroom betaald voor de somma van € 0,50 per kWh. We staan aan de rand van een groot park waar vandaan veel wandel en fietsmogelijkheden zijn.
Rond 10.00 stappen we op de fiets en hoewel het nog wat fris is scheen de zon volop. Ook nu weer een mooie fietsroute met heel veel variatie, bossen, zonnebloemvelden die nog volop in bloei staan evenals de koolzaadvelden. De Ems meandert hier tussendoor.

We lunchen halverwege bij een jachthaven voor we via dezelfde route weer terug fietsen naar Telgte en dan zie je toch weer andere dingen die je op de heenweg niet hebt gezien.

In Telgte parkeren we onze fietsen en wandelen door dit kleine stadje in het Münsterland dat in heel Duitsland bekend is door zijn bedevaartgeschiedenis dat terug gaat tot in de 17e eeuw. Ieder jaar bezoeken zo’n honderdduizend pelgrims de Wallfahrtskapelle, waarin het genadebeeld van Onze-Lieve-Vrouw van Smarten is ondergebracht. Het was dan ook druk met bezoekers daar en ook wij hebben een paar kaarsjes aangestoken.


We wandelen op ons gemak door het oude stadscentrum met kleine steegjes en dicht op elkaar gebouwde puntgevelhuizen.
Op het marktplein zoeken we een terras met een plekje in de zon en genieten van de gezelligheid en bedrijvigheid die op het plein te zien is.


Aan het einde van de middag werden er in het park waar we tegenover staan twee luchtballonnen opgeblazen en het is best leuk om er eens met je neus bovenop te staan al had ik ook wel graag in willen stappen in zo’n mand. Lijkt me machtig! Het was in elk geval een prachtige nazomerdag!


Maandag 30 september,

Omdat de weersvoorspelling in de namiddag regen aangaf zaten we om half 10 op de fiets, er scheen een schier zonnetje en de wind was fris. We fietsen langs de Ems en zien menig fazant scharrelen op de gerooide maisvelden akkers, richting Warendorf, een stadje met ook hier weer een historisch centrum. Het middeleeuwse marktplein wordt omringd door majestueuze huizen. Wat ons opviel was dat de hoofdstraat geplaveid was met diverse soorten bestrating. Stukken gewone trottoirtegels, kinderkopjes, asfalt alles door elkaar als een lappendeken maar het liep verdomd lastig.

In deze omgeving zie je ook de bekende vakwerkhuizen staan. Op de gevel van de kerk zien we onder de kerkklok de tekst ; Nutz die Zeit en daar zijn we druk doende mee. Na de lunch stappen we weer op de fiets en we hadden nu de wind in de rug dus dat fietst wel relaxt. We stoppen nog even bij de REWE voor wat boodschappen en zijn op tijd terug voor het begint te regenen.



Dinsdag 1 oktober.
Toen we tegen achten wakker werden was het droog, maar dat was van korte duur, een uurtje later begon het te regenen en dat heeft het de verdere dag gedaan. Vandaag dus geen fietsdag en om half 10 rijden we richten Emsdetten. Onderweg maken we een korte tussenstop om een bezoekje te brengen aan Sachsenhof, een klein vroegmiddeleeuws openluchtmuseum(pje) over het Saksische leven.
in het centrum staat het hoofdgebouw dat dienst deed als stal en woonhuis. Dit 18 meter lange rieten pakhuis met zijn scheepsvormig gebogen langstdurende, schuine buitenposten en niet ondersteunende interieur is typisch voor de Saksische huizen uit deze periode. Verder zien we o.a ovens waar men ijzer kon maken en een kruidentuin met medicinale en planten die het pigment leverden om kleding te kleuren. Wij waren overigens de enige bezoekers.


Aangekomen in Emsdetten parkeren we midden in de stad op een mooie CP met faciliteiten voor de camper. Tegen 14.00 ging het regenen over in wat miezeren en gewapend met regenjas en paraplu zijn we het stadje ingelopen. Veel bezienswaardigheden zijn we niet tegen gekomen maar er zijn winkels en cafe’s genoeg om je tijd door te brengen. Morgen zien we wel verder.


Woensdag 2 oktober
De luchtvochtigheid was erg hoog dus toch maar even de kachel aan bij het opstaan voor een behaaglijk gevoel. De buienradar gaf wisselvallig weer aan en we besloten om met de trein naar Rheine te gaan in plaats van met de fiets. Het was zo’n 10 minuten lopen naar het station dus dat was te doen. Helaas kregen we al snel te horen dat de trein 45 min. vertraging had, maar dat schijnt net als in Nederland hier ook een normale gang van zaken te zijn. Uiteindelijk viel het mee omdat we met een andere treinmaatschappij mee konden die wel op tijd arriveerde. Het is hier nog gekker dan in Nederland: op het stukje Münster – Rheine, een traject van 45 km zijn 3 spoorwegmaatschappijen actief. Aangekomen in Rheine miezerde het.

Rheine dankt zijn oorsprong aan een kalkheuvel aan de oever van de Eems waarop 1200 jaar geleden Frankische krijgslieden hun oog hadden laten vallen en die een perfecte uitvalsbasis was om de belangrijke doorwaadbare plaats in de Eems te beveiligen. Waar nu het museum Falkenhof staat, lag vroeger de “villa vocata Reni” En onder deze naam werd Rheine voor het eerst in een oorkonde van 7 juni 838 genoemd. Hiermee schonk keizer Lodewijk de Vrome de havezaten “Reni” op de kalkheuvel aan benedictinessen van Sticht Herford. In 1327 kreeg Rheine stadsrecht. Tegenwoordig wonen er zo’n 80.000 mensen in Rheine.


Wij beginnen bij Lohner Landbouwbäcker die de lekkerste cappuccino schijnt te hebben. Het huis annex winkel heeft een bewogen geschiedenis en was ooit in bezit van een welgestelde Joodse familie die in 1939 het pand verkochten en met hun gezin naar Amerika vluchten. De reden is bij iedereen bekend.
Bij het VVV kantoor halen we een plattegrond en we krijgen uitgebreid uitleg van een vriendelijke mevrouw. We starten op het gezellige marktplein met prachtige huizen. Op een van de huizen; het Beilmannsches Huis zitten nog zeven kanonskogels in de muur uit de 30 jarige oorlog (1618-1648) afkomstig van de Zweedse kanonnen onder aanvoering van Generaal Königsmarck. Onder de kanonskogels lezen we de tekst : Anno 1647 den 21e september sein dise kogelen glüende vam Feient hier ingeschoten und etnische hundert Häuser meir jammerlijk vorbrandt. - O Godt bewar doch dis Haus und gib Gelück innen, so dar geven in und Auss. -Soli Deo Gloria.


De St.Dionysiuskerk wordt al in 838 beschreven,en is een markant element in de stad en ligt op het hoogste punt van het oudste stadsdeel van Rheine op een op 39,97 meter boven zeeniveau gelegen uitloper van de Thieberg. Van 1400 tot 1520 werd er op deze plaats een nieuwe kerk gebouwd.
In deze kerk staat ook het grootste en belangrijkste orgel van Münsterland en heeft meer dan 4000 pijpen en 62 registers en zijn samen op vier manualen en pedalen te bespelen. We hadden het graag willen horen!
De vroegere sacristie heeft prachtige plafondschilderingen en is nu een Kapel
van Gods Woord waar men de heilige olies bewaard en het evangelarium dat op hoogtijdagen naar het altaar wordt gedragen.

We lopen op ons gemak door dit leuke stadje waar nog veel meer te zien is. Net buiten de stad ligt de zoutziederij “ Gottesgabe” in Bentlage , evenals Klooster Bentlage en die gaan we morgen bezoeken voor we naar ons volgende adres gaan in Lingen.


Donderdag 3 oktober.
Gelukkig zagen we een blauwe lucht met wat zon bij het wakker worden. De planning was om eerst boodschappen te gaan doen en daarna een bezoek te brengen aan de zoutziederij “ Gottesgabe” en het kruisherenklooster in Berlage (Rheine) maar dat ging helaas niet door want het bleek vandaag Tag der Deutschen Einheid te zijn dus alles gesloten. Dat hebben we al eens eerder meegemaakt: plotseling geconfronteerd raken met een onbekende feestdag, waardoor in Duitsland echt alles gesloten is! Er zat niets anders op dan even 40 km naar Enschede te rijden voor de boodschappen. Het eerste stuk was het rustig op de weg en we zagen een aantal jonge reeën die aan hun ochtendmaaltijd bezig waren in een wei. Vlak voor de grens werd het drukker en veel Duitsers gingen richting Nederland. Bij de Lidl voor drie dagen boodschappen gedaan en weer terug naar Duitsland. Bij de grensovergang was het een drukte met politie en elke vrachtauto werd de parkeerplaats op gesommeerd, gelukkig mochten wij doorrijden. Op een km of 12 vanaf Lingen staan we op camperplaats Hänekenfähr die hoort bij de camping met alle voorzieningen. Er waren nog twee vrije plaatsen dus dat kwam goed uit. (Al hoorden we even later van de beheerder dat het niet de bedoeling was geweest dat we zonder te reserveren op een vrije plaats gingen staan.) Enfin met wat vriendelijke woorden kom je een heel eind en we mochten blijven staan. Na de lunch zijn we op de fiets gestapt om naar Lingen te fietsen.


Lingen is de grootste stad van het Emsland met zo’n 220 km bewegwijzerde fiets-en wandelpaden in alle richtingen door bossen, weilanden, akkerlandschap en waterstromen.
Van 1597 tot 1648 was de stad in het bezit van Het Huis van Oranje, van 1648 tot 1702 was het onderdeel van Nederland. Je vindt er nu nog o.a. het historisch stadhuis uit 1555 met zijn karakteristieke trapgevel uit 1663.

Het huis Hellmann (1641) wat het mooiste herenhuis schijnt te zijn in Emsland, is in de winkelstraat overduidelijk aanwezig. Wij zijn in 2013 hier al eens geweest dus we lopen nu een klein rondje en zoeken dan een terras op het marktplein, waar we lekker van het de zon genieten voor we weer terug fietsen. Einde van de middag hebben we nog even buiten gezeten maar zodra de zon achter de wolken verdwijnt is het toch wel fris.



Plateau de Langres

12 augustus. We zitten al vroeg op de fiets voor het laatste stuk naar de bron (het ontstaan) van de Maas in het plaatsje Le Châtelet-sur-Meuse .Als je niet goed kijkt zou je er zo aan voorbij fietsen. Bijzonder dat uit zo’n klein stroompje een rivier is ontstaan.


We stappen weer op de fiets maar besluiten al vrij snel de route drastisch in te korten want het was om 9.15 al 29 gr. en de route ging vooral door open velden zonder ook maar een beetje schaduw. We stoppen nog wel even om een foto te maken van de eerste brug over de Maas.

We rijden naar Epinal waar we midden in de stad parkeren langs de Moezel op een camperplaats met stroom en lekker in de schaduw. De airco gaat aan en zo blijft het binnen lekker koel. Wij amuseren ons met bootjes kijken, lezen en lekker niks doen want dat is het beste bij 33 gr.


Épinal is de hoofdstad van het departement Vogezen (Vosges) in de regio Grand-Est en het centrum van de katoenspinnerij en -weverij.
Op een hoogte van 387 is het Château d’Épinal gelegen. Dit werd rond 980 op last van Diederik I van Metz, een neef van de Duitse keizer Otto de Grote gebouwd.
Het is diverse keren verbouwd en in 1670 werd het kasteel en de stad veroverd door Frankrijk, in die tijd geregeerd door Lodewijk XIV. Na die verwoesting verviel het geleidelijk tot een ruïne. Sinds 1975 wordt er gewerkt aan archeologisch onderzoek en gedeeltelijke restauratie dan wel conservering.


Omdat het de volgende dag ook weer zo warm zou worden zijn we al vroeg op pad gegaan voor een kleine stadswandeling. We stoppen op Place des Vosges waar we ontbijten want we hadden nog geen bakker gevonden. Altijd leuk om vanaf een terras mensen te kijken .


Daarna wandelen we door de binnenstad en lopen de koele Saint Maurice-basiliek binnen uit de 11 e eeuw. Het schip is 14 m hoog en heeft een 30 m hoge klokkentoren, gemaakt van roze zandsteen uit de Vogezen. In 1933 werd de kerk door paus Pius XI verheven tot kleine basiliek. We steken het zoveelste kaarsje aan voor deze en gene en lopen de warmte weer in.

De temperatuur is inmiddels al weer aardig opgelopen en de klim naar het Château van 150 treden laten wij mooi links liggen.


Voor we terug lopen doen we nog wat boodschappen bij een klein stadswinkeltje en de bakker. We ploffen weer lekker in de schaduw in een stoel, kletsen wat met een Engelsman die zijn boot voor ons heeft aangelegd en genieten van alle bedrijvigheid en zo komen wij de middag wel om.
‘s Nachts kregen we met flink noodweer van doen. Je kon een boek lezen bij het weerlicht en in no time stond de weg blank. Gelukkig hebben we toch nog een aantal uur kunnen slapen.

Bij het opstaan regende het nog steeds en om half 9 vertrokken we uit Épinal op weg naar onze laatste stop in Frankrijk nl Rodemack ook wel klein Carcassonne van het noorden genoemd. De lucht bleef donker en de regen viel nog steeds toen we daar tegen 11.00 arriveerden maar een half uur later was het nagenoeg droog dus gewapend met paraplu zijn we op pad gegaan.
Het dorp Rodemack ligt in het hart van het Pays des Trois Frontìeres ( Drie grenzengebied) op 20 km van Duitsland en op 6 km van Luxemburg. Het dorp wordt omringd door 700 meter aan stadsmuren uit de 15e eeuw met restanten van een feodaal kasteel. De versterkte poort Sierck biedt toegang tot een charmant middeleeuws dorpje met geplaveide straatjes, een voormalige wasplaats etc. Rodemack ligt op 13 km van de Autoroute du Soleil, afslag 44 Hettange-Grande.


Er was geen enkele winkel en het enige restaurant was wegens vakantie gesloten. We slenteren op ons gemak terug en doen ons tegoed aan de overrijpe bramen langs de wandelroute. Ondanks dat het droog is gebleven konden we onze kleren uitwringen door het vochtige en drukkende weer. Omdat er verder in de omgeving niets was besloten we verder te rijden en een camping te zoeken in Luxemburg maar daar kregen we op twee campings complet te horen dus dan maar 38 km verderop naar Arlon in België en die had plaats genoeg. Aan het einde van de avond leek het of we op een drukke Nederlandse camping staan, veel vakantiegangers die terug komen van vakantie stoppen hier blijkbaar voor de nacht. Wij gaan morgen nog even bij vrienden op bezoek in Sittard en dan naar Venray.

Bonjour Madame, Monsieur

De lucht is grijs en de luchtvochtigheid hoog als we tegen 9.00 vertrekken naar Charny-sur-Meuse. We stoppen even bij de Lidl voor boodschappen. Een uurtje later waren we op de camperplaats. Ooit was hier een camping te zien aan de gesloten gebouwen, nu een grote goed onderhouden CP aan de Maas met voorzieningen. We zien een aantal campers weer vertrekken maar eind van de dag komt de ene na de andere binnen. De campers lijken steeds groter te worden en uit bijna elke camper komen een, twee of drie honden dus in plaats van pratende mensen hoor je vooral veel geblaf van honden die op elkaar reageren. Van mij mag het maar kijk niet de andere kant op als je hond zijn behoefte doet op het terrein en ruim het op.


Na de middag werd het beter weer en zijn we op de fiets gestapt. Het fietspad liep tussen de Maas en het kanaal door en het was een mooie rustige route. We zagen regelmatig de geelgors vliegen en op het water was het een drukte met waterjuffers en andere soorten Libelles. Het water is op dit stuk erg helder. We zijn even gestopt bij de sluiswachter die de sluizen nog handmatig moet bedienen in dit geval geheel toevallig om een Nederlandse boot door te laten om vervolgens snel in zijn auto naar de volgende sluis te rijden. Best zwaar werk zagen we.


Overigens bonjouren we wat af op een dag want van jong tot oud iedereen zegt je gedag op de fiets. Op de terugweg vloog er langs de oever een ijsvogeltje een stukje met ons mee. Geweldig!

De volgende dag beloofde het een mooie dag te worden want de zon stond hoog aan de hemel toen we opstonden. ‘s Avonds en ‘s nachts koelt het lekker af dus we drijven niet ons bed uit. Vandaag ging de fietsroute naar Verdun en het was aanmerkelijk drukker op het fietspad. We hebben de stad in het verleden al eens bezocht met onze kinderen.
Iedereen weet ondertussen wel dat hier de bloedigste veldslag (van 21 febr tot 20 dec 1916) heeft plaats gevonden uit WO I en als je in deze contreien fietst dan vraag je je soms af hoeveel jongens er nog her en der in de velden begraven liggen die nooit terug gevonden zijn. Bizar! In totaal sneuvelden er 700.000 jonge mannen in de bloei van hun leven. De Duitsers wilden de Fransen uitputten maar verloren uiteindelijk de slag.


Via de Porte Chaussée ,een 14e eeuwse stadspoort fietsen we de oude binnenstad binnen en zetten de fietsen op de boulevard naast de Maas. Het is gezellig druk maar hoe anders moet dat indertijd geweest zijn. We zoeken eerst een terras op om wat te drinken en maken dan een kleine stadswandeling aangezien ik geen wandelstok bij me had en Verdun veel hoogteverschillen heeft.

We beginnen bij het monument de la Victoire en beklimmen de 73 treden naar boven. Het monument is een eerbetoon aan de 300.000 gesneuvelde soldaten in het franse leger. Al lopend zie je in een aantal oude huizen de kogelgaten nog zitten.


In de kathedraal van de Notre Dame zoeken we even de koelte op om daarna op ons gemak verder te wandelen en dalen weer af naar beneden omdat onze magen ondertussen behoefte hadden aan brandstof. Het lopen ging niet echt lekker dus we besluiten na de lunch het voor gezien te houden en stappen weer op de fiets.

Het ossuarium en de andere bezienswaardigheden zitten nog in ons geheugen dus we hebben niet het gevoel iets gemist te hebben. Het blijft indrukwekkend.
Onderweg zijn we nog even gestopt bij een oorlogskerkhof met Franse en Indische soldaten die in dienst van Frankrijk gesneuveld zijn.

Halverwege de middag waren we terug op de CP en zagen we ‘s avonds de hockeyers goud winnen. En heel Frankrijk is in de ban van de Olympische spelen, want zelfs in het piep kleine dorpje Bras-sur-Meuse kwamen we dit tegen:


We rijden de volgende dag naar Vaucouleur en waar je normaal midden in het dorp een standbeeld als herinnering aan WO I ziet staat stond er hier een beeld van Jeanne d’ Arc op het plein.


We parkeren midden in het dorp op een CP met stroom en stappen weer op de fiets. We hebben stroomafwaarts gefietst langs de Maas en ook vandaag zagen we een ijsvogeltje vliegen. We fietsen door een paar kleine dorpjes en moesten over een 3 km gravelpad wat beslist niet fijn fietst. Het was witte gravel en dat was niet prettig aan je ogen, bovendien moet je goed opletten waar je fietst dus je ziet weinig van de omgeving.



In Pagny-sur-Meuse stoppen we om even wat te drinken en we worden meteen aangesproken door twee Fransmannen. Toen ze hoorden dat we uit Pays- Bas kwamen vroegen ze of we helemaal met de fiets gekomen waren. Gelukkig niet, wel komen we menige fietser bepakt en bezakt onderweg tegen en je kunt er alleen maar respect voor hebben. Met die hitte heuvel op en af, ik moet er niet aan denken. Kom je met je tong op je schoenen aan op de camping en dan moet je nog een tent opzetten en eten koken.


Bij terugkomst was het zo bloedheet bij de camper en nergens schaduw dat we besloten verder te rijden naar Maxey-sur-Meuse waar 4 plaatsen zijn met voorzieningen. Er stond al een Fransman en een Engelsman maar de stroomvoorziening deed het niet. We konden in elk geval in de schaduw zitten en met de zonnepanelen kunnen we de fietsaccessoires opladen.

Zaterdag 10 augustus is de weersverwachting dat het een warme dag zal worden en dus stappen we bijtijds op de fiets. Na een paar km komen we in Domrémy-la-Pucelle een klein dorpje in de Vogezen en de geboorteplaats van Jeanne d’ Arc.


Iedereen kent wel het verhaal van dit dappere meisje dat het Franse leger aanvoerde tijdens de Honderdjarige Oorlog. Ze werd door de Engelsen beschuldigd van hekserij en stierf 30 mei 1431 op 19 jarige leeftijd op de brandstapel in Rouen. In 1920 werd ze heilig verklaard. We bezoeken haar woonhuis en het museum.


Een paar km buiten het dorp beklimmen we de heuvel waar de kathedraal staat opgedragen aan Jeanne na haar heiligverklaring.


De temperatuur loopt inmiddels op naar 29 graden en gelukkig fietsen we een groot gedeelte in de schaduw. In Neufchateau stoppen we voor koffie en een lunch en zowaar hier kregen we een heerlijke kop cappuccino. We lopen nog even over een klein marktje waar natuurlijk weer wat aan de vingers bleef plakken en gaan dan huiswaarts. Er zaten af en toe weer flinke klimmetjes tussen maar het is dan ook weer heerlijk als je met de wind in je gezicht de afdaling doet.


Omdat we geen stroom hadden besloten we een camperplaats met alle voorzieningen, inclusief douches, op te zoeken in Montigny-le-Roi en zondag een rustdag te nemen. Voorheen was het een camping, maar in 2023 is de camping overgenomen door de organisatie Camping Car Park, die inmiddels bijna 1000 camperplaatsen in Frankrijk beheert.

Voor we naar de camperplaats gaan stoppen we even bij de Intermarché om boodschappen te doen. Op de voormalige camping zoeken we een plek met veel schaduw. Het blijkt echt een doorgangscamping te zijn want tegen de avond komen achter elkaar de caravans en campers het terrein op rijden die van of naar de route du Solei gaan.


Montigny-le- Roi ligt aan de rand van de Champagnestreek en wordt met omliggende gemeentes ‘ Val de Meuse’ genoemd. De Romeinen stopten hier al als ze op weg waren van Toul naar Langres. Er stond er een imposante burcht die in de 17e eeuw compleet verwoest is. Vanaf de hoogte waar wij zitten heb je een mooi uitzicht over het heuvelachtige landschap. Het dorpje Pouilly-en-Bassigny is de bakermat van de Maas.
We hebben vandaag een rustdag gehouden en trekken morgen verder.

La Meuse à Vélo

We zijn weer op pad en gaan 2 weken fietsen langs de Maas in Frankrijk, Meuse in het Frans. Huub Stapel heeft er een mooie documentaire over gemaakt.
De Maas is een 925 km lange rivier die ontspringt bij het Plateau de Langres in Frankrijk en stroomt daarna België en Nederland in. Hij mondt via de Nederlandse rivierdelta de Noordzee in. De Maas is een typische regenrivier, die directer en sneller op neerslag reageert.
Op vrijdag 2 aug. arriveerden we na een ritje van 3,5 uur tegen 16.00 in Sedan op een mooie camperplaats aan de Maas, het was er nog erg rustig maar tegen de avond liep het aardig vol.


Sedan is een gemeente in departement Ardennes in de regio Grand Est en
vooral bekend om zijn kasteel, het grootste militaire fort in Europa.
We hebben nog een hele poos buiten gezeten maar tegen 20.00 begon het af te koelen.


De volgende ochtend (3 aug) was het bewolkt en 21 gr dus lekker fietsweer. Langs de Maas loopt een goed fietspad en het was redelijk rustig met fietsers. Je kon aan de koeien zien dat er veel regen is gevallen want ze stonden soms tot aan hun enkels in de modder.


In Nouvion-sur-Meuse zijn we gestopt om een terras op te zoeken maar het dorpje leek wel uitgestorven tot we ineens muziek hoorden en een kleine optocht van uitgedoste mensen zagen. Op het dorpsplein stond een grote disneyachtige kermis ( nog niet open) dus dan maar even iemand staande houden. Het enige wat Roland begreep uit het verhaal was dat er een of andere pop verbrandt moest worden. Netjes aan een groepje gevraagd of we foto’s van ze mochten maken en dat mocht maar dan moesten wij ook met ze op de foto.

Was wel grappig. Er was verder weinig te zien en we zijn terug gefietst naar het begin van het dorp waar we een café Chez La Petite Arthur met terras hadden gezien. Die bleek die dag voor het eerst open te zijn maar de uitbater wist nog niet hoe hij cappuccino moest zetten met zijn apparaat. Dus moesten we het doen met een lauwe espresso en chocolademelk. Gelukkig hadden we zelf brood en drinken meegenomen dus onderweg op een van de vele bankjes maar gepicknickt. Opvallend langs het fietspad waren de vele valeriaanplanten (heb ze in Nederland nog nooit gezien) en ook zagen we veel fladderende zwarte blauwtjes, vlinders die bij ons niet voorkomen.


Helaas is het niet gelukt om ze op de foto te krijgen dus dan maar even googelen. Het zandoogje, ook massaal aanwezig wilde wel op de foto.



Aan het einde van de middag zijn we de stad ingelopen en bijna alle huizen zijn geel/bruin van kleur. Helaas was het park gesloten en behalve het fort en de Saint Charleskerk waar drie jonge nonnen aan het bloemschikken waren rond het altaar was er weinig te beleven.


Dan maar weer een terras opzoeken. Ook hier geen cappuccino en ook geen radler, je zou nog uitdrogen zo 😂
Zondagmorgen werden we wakker van de regen maar gelukkig was het maar één bui. Voor we aan de tweede etappe beginnen eerst op de fiets naar de Intermarché want om half 1 ging de winkel dicht. Voor de zekerheid toch maar weer brood meegenomen voor onderweg want je komt tijdens het fietsen alleen maar langs kleine gehuchtjes. Nu ging de route de andere kant op . Je fietst hier in een gebied waar in WO I en II verschrikkelijk veel burgers en soldaten omgekomen zijn en in elk dorpje hoe klein ook staat een herdenkingsmonument . Ook kom je in de velden nog herkenningspunten tegen waar de Maginotlinie indertijd liep.


Halverwege zijn we gestopt bij een restaurant met een groot terras aan een meer en we hadden geluk want hier moest je blijkbaar reserveren maar er was nog een tafeltje met twee stoelen vrij waar we konden zitten. Hier hadden ze ook geen cappuccino maar wel een café Viennois en die was heerlijk. Daarna weer op de fiets en dezelfde route terug naar de camper maar dan zie je weer hele andere dingen zoals een mooie grote groene rups.


De rest van de middag lekker in de schaduw zitten lezen en naar de Olympische spelen zitten kijken.
De lucht was strakblauw toen we op maandagmorgen Sedan verlieten om 40 km verderop naar Stenay te rijden. De camperplaats ligt in een groene omgeving omringd door de Maas en vlakbij een kleine jachthaven. Het is 500 m vanaf het centrum dus na de middag een kleine stadswandeling gemaakt.
Als eerste zagen we de watermolen oorspronkelijk uit 1421 maar in de 18e eeuw verbouwd. Hij had verschillende raderen en werd gebruikt voor graan, het zagen van planken, olie en taan ( gemalen Eikenschors) De graanmolen functioneerde tot 1914. Nu herbergt hij luxe appartementen.


Ook hier lijkt het stadje ingeslapen want er is weinig verkeer en we zien ook nauwelijks mensen, wel heel veel leegstaande huizen. Onze wandeling loopt langs het grootste biermuseum in Europa (tussen de middag gesloten) Het is 2500 m2 met meer dan 300.000 bier gerelateerde voorwerpen. Het is in 1545 gebouwd als levensmiddelen magazijn voor het citadel. In 1879 werd het mouterij en in 1986 biermuseum.


Vlak in de buurt is een grote voormalige cavaleriekazerne (1750-1758) 144 meter lang met plaats voor 320 paarden op de begane grond en 400 bedden op de eerste verdieping, de zolder was opslag voor hooi.


In de Rue de Citadel bevindt zich ook het huis van de gouverneur (16 e eeuw). Na 1654 toen Stenay bij Frankrijk werd ingelijfd woonde hier de commandant van het leger. Tussen 1805 en 1978 zat er de gendarmerie en nu is het als administratiegebouw van het biermuseum in gebruik.


We komen onderweg ook nog een oude laag gelegen wasplaats ( bron) tegen Fontaine de Wé ( water in het Keltisch) Je ziet nog steeds de ondergrondse tunnel die toegang had tot het nabijgelegen klooster. Jammer dat het geheel in een erbarmelijke staat verkeert. Zittend op een bankje op het dorpsplein aanschouwen we voor het stadhuis nog een mooie grote kiosk 1894)



Het stadje heeft een aantal mooie bezienswaardigheden. De temperatuur was inmiddels gestegen naar 26 gr dus op zoek naar het enige terras dat we gezien hadden. Plaats genoeg maar wat schetst onze verbazing, een zeer onvriendelijke jongedame zei dat we er alleen maar mochten gaan zitten als we ook iets te eten bestelden. Dit hadden we nog nooit meegemaakt in Frankrijk. Dan maar terug naar ons eigen terras en daar was het ook goed toeven. We hebben tot 22.30 buiten gezeten want in de camper was het bloedheet. Maar met alle ramen open hebben we toch goed geslapen.
De laatste dag in Stenay zijn we naar Dun sur Meuse gefietst; het fietspad langs de Maas loopt in Frankrijk van Givet (de grensplaats met België) tot iets voorbij Sedan. Daarna moet je het richting de Bron van de Maas als fietser doen met kleine departementale wegen, dus géén vrijliggend fietspad meer. Maar net als in Hongarije vind je ook hier borden langs de weg die de automobilist er op wijzen dat de weg wordt gedeeld met fietsers en dat hij 1,5 m ruimte moet laten.


Het landschap is licht glooiend, maar helaas werden we na 10 km omgeleid; later begrepen we dat er een bruggetje ingestort was en de weg dus geheel geblokkeerd was (route barrée). Licht glooiend werd wat zwaarder glooiend en onze etappe werd 5 km langer, maar daarvoor in de plaats kregen we wel een enorme kerk uit de 11e eeuw voorgeschoteld en verderop wat zonnebloemenvelden.


In Dun sur Meuse was het drukker omdat er een camping midden in het stadje ligt, maar ook hier met pijn en moeite een kleine uitspanning gevonden met twee tafeltjes en vier stoelen op het trottoir 0,50 cm van de rijbaan die alleen espresso, op de kaart had staan. Bij de lokale Intemarché – dat dan weer wel – wat boodschappen voor de avond gedaan en vol goede moed terug gefietst naar Stenay, waar we net op tijd waren om de wedstrijd van de Nederlandse hockeyers tegen Spanje in de Olympische halve finale te kunnen zien. Morgen trekken we verder naar Charny-sur-Meuse.

Als een haas er vandoor!

Vanaf Mauthausen zetten we koers naar Dingolfing, een plaats in de Duitse deelstaat Beieren gelegen aan de Isar. Halverwege de middag arriveerden we op de CP plaats op loopafstand van het centrum. De zon scheen dus konden we lekker buiten zitten en genieten van het constante gekwetter van de vogels.

De volgende morgen zaten we om 9.30 op de fiets voor een tocht langs de Isar.

Halverwege gestopt bij de enige Weinstube die er op onze route was, we zaten al even te wachten toen we een bord zagen staan met: Mitwochs Ruhetag, jammer dan! Dan moeten we het doen met onze flesjes water.

We hebben een poosje staan kijken naar een zwaan met twee nog kleine jonkies en moesten onderweg stoppen omdat er een heel stel ganzen op het fietspad liepen te paraderen en ook helemaal geen haast hadden.

Wie wel haast had was een haas die voor ons over het fietspad rende tot er een tegenliggende fietser aan kwam. Hij draaide gelijk om en kwam met een rotvaart onze kant op gerend om vlak voor ons de berm in te schieten. Het was een komisch gezicht. Tegen half 1 waren we terug in het centrum en hebben daar geluncht en geshopt.

Daarna weer lekker met een boek buiten gezeten.

De volgende morgen (30 mei ) werden we wakker van de regen, de bedoeling was om een paar honderd km te rijden en dan rond 14.00 ergens te stoppen. Maar het bleef regenen dus besloten we om dan maar naar huis te rijden want om ergens je camper te parkeren en vervolgens de rest van de dag binnen naar de regen te gaan zitten kijken zagen we ook niet zitten.

Het viel ons bij vertrek vanmorgen wel op dat het zo rustig op de weg was en dat er ook geen winkels open waren. Even op Google gekeken en het bleek sacramentsdag te zijn en daar hadden wij mazzel mee want er was dus geen vrachtverkeer op de weg en dat schiet dan wel lekker op. Tegen 17.00 stonden we weer veilig en wel met dank aan Roland thuis voor de deur. We kunnen terug kijken op 5 zonnige en mooie weken.

Een tranendal van regen

Zijn we op de heenreis in een dag door Oostenrijk gereden nu doen we er twee dagen over. We staan weer op met de zon en zijn om 9.00 startklaar en een half uur later rijden we Oostenrijk binnen, wat een verademing dat we geen hotsende en klotsende wegen hebben. We rijden 195 km en stoppen op een gratis CP met voorzieningen in Ardagger markt.

We lopen even het dorpje in maar daar valt weinig te beleven en lopen terug naar de camper en besluiten langs de Donau te gaan fietsen. Het is een prachtige route met weinig hoogteverschillen en we zijn beslist niet de enige die de Donau-radweg fietsen. De grijze duiven zijn volop aanwezig. Het is 26 gr. en we boffen weer. In Greis voegen we ons op het terras bij andere fietsers en we moeten weer even wennen aan de “ normale” prijzen voor een cappuchino en bv een stukje appfelstrüdel kost 5.20 wil je er slagroom of vanillesaus overheen dan komt er nog 2,50 bovenop. Dus tel uit je winst.

Maar goed, wij stappen na de koffie weer op de fiets en genieten van de mooie omgeving en fluitende vogels. Na een km of 40 arriveren we weer bij onze CP waar het inmiddels aardig druk is geworden met campers.

‘ s avonds knalt tot twee keer toe de stroom eruit en was het zoeken naar de oorzaak, dus is er voor Roland thuis weer werk aan de winkel. De camper heeft veel te lijden met al die slechte wegen, maar ja komt wel weer goed.

Omdat we zo’n 35 km van Mauthausen stonden besloten we om voor we verder reisden daar een bezoek te brengen. Bij vertrek begon het al te regenen en dat bleef het gedurende de tijd dat we in Mauthausen waren ook doen, soms zachtjes en soms hemels schreiend. Het was nog vrij rustig toen we aankwamen, later op de morgen kwamen er heel veel bussen met middelbare scholieren.

Op 8 aug. 1938, vijf mnd na de “Anschluss” van Oostenrijk bij het Duitse Rijk arriveerden de eerste gevangenen vanuit Dachau in Mauthausen en de bestaande steengroeven waren hiervoor doorslaggevend voor deze locatie. Mauthausen en Gussen waren lang de enige kampen die onder “Lagerstufe III vielen, wat betekende het hardste strafregister binnen het nationaalsocialistische kampsysteem. Het sterftecijfer was hier het hoogste. Eind 1942 waren er 14.000 gevangenen in Mauthausen, Gusen en enkele nevenkampen. In 1945 waren dat er 84.000. In het voorjaar van 1945 werden veel nevenkampen opgeheven en vooral de Hongaarse Joden werden in regelrechte dodenmarsen naar Mauthausen gedreven.

Merendeel stierf al onderweg door de ontberingen. In totaal zijn er zo’n 190.000 mensen naar Mauthausen gedeporteerd. Je wordt er stil van als je daar rond loopt en je kunt je nauwelijks een voorstelling maken van de gruwelen die zich daar hebben afgespeeld en die we ook niet gaan benoemen. Het was ook te zien aan de gezichten en reacties van de jongelui.

Op 5 mei 1945 werd het kamp door de Amerikanen bevrijd en nadat Amerika het beheer overdroeg aan de Sovjet-Russische bezettingsmacht werd het tot 1947 gebruikt als verblijf voor soldaten. Op 20 juni 1947 droegen deze het over aan Oostenrijk met de verplichting er een gedenkplaats van te maken. Overal op het terrein staan kunstwerken van talloze landen. De meeste slachtoffers zijn herbegraven op het terrein van de gevangenbarakken en dat zijn er meer dan 14.000. Op de foto hieronder het Nederlandse Monument.

Net buiten het kamp bevindt zich een veld waar de asresten uitgestrooid zijn. In de voormalige ziekenboeg heeft men een “ Ruimte van namen” ingericht. Hier staan 18.000 namen in graniet geschreven van degene die de dood vonden in Mauthausen en nevenkampen van wiens naam bekend was. Dat wij ze nooit zullen vergeten!

Na een paar uur rijden wij terug over wat eens de dodenmarsweg was, 4 km lang vanaf het station met een stijgingshelling van 14% en besef je weer hoe zuinig we moeten zijn op onze vrijheid en dat we discriminatie /antisemitisme niet moeten tolereren.

De laatste foto's van 23 mei tot en met 28 mei 2024 staan op onze Fotosite

Een handwerk heeft soms een gouden bodem

Zoals gebruikelijk waren we weer op tijd klaar om te vertrekken. En voor de vierde keer namen we afscheid van het Nederlands echtpaar die we ook op deze camping weer tegen kwamen. De afstand naar Gyenesdiás, gelegen aan het Balatonmeer is 145 km en gelukkig was het grootste gedeelte over een goede weg. Het landschap werd heuvelachtiger maar ook heel veel graanvelden. We hebben de afgelopen tijd nauwelijks veeteelt gezien maar des te meer akkerbouw. Rijdend door de kleine dorpjes bleven we ons verbazen over de slechte staat van veel huizen.


Tegen 11.00 arriveerden we op de camping. Het was een kleine camping met voornamelijk Duitsers. We werden vriendelijk ontvangen door een oudere Duitse man die de honneurs waar nam voor de jongere eigenaar. Zoek maar een plekje, heb je vragen dan kom je maar naar me toe, heb je klachten dan ga maar naar de baas zei hij met een kwinkslag.
Het was inmiddels aardig warm dus stoelen in de schaduw, was in de wasmachine, voor het belachelijke bedrag van 1 euro en 1 euro voor de droger. Aan het einde van de middag zijn we naar het meer gelopen, het is overal nog vrij rustig want het seizoen begint pas einde van de maand maar we denken dat het in het hoogseizoen heel erg druk en vol is rondom het meer.


Het balatonmeer is het grootste zoetwater meer van Midden-en West Europa. De lengte is 77 km en op zijn breedst 14 km. Het meer is niet diep, 3 tot 13 m en is dan ook snel opgewarmd zodat het in de zomer zelfs 25-26 gr. kan zijn. Het trekt jaarlijks 4 miljoen badgasten en meer dan de helft daarvan zijn buitenlanders. In de winter vriest het meer snel dicht en worden er diverse ijssporten beoefend zoals o.a ijszeilen en schaatsen. Er liggen zo’n 50 plaatsen aan of dicht bij de oever, veel ervan bestaan uit twee delen nl het dorp en de badplaats. Er worden nog volop grote appartementen gebouwd zagen we.


De volgende morgen staat de zon al hoog aan de hemel als we wakker worden en na het ontbijt stappen we op de fiets voor een tocht langs het meer. Er is een mooi fietspad aangelegd en de route is erg mooi. We stoppen onderweg even om te kijken naar het treintje dat zich al van verre laat horen dat hij in aantocht is. Veel spoorwegovergangen zijn hier nog onbewaakt. En wat schetst onze verbazing: we zien het Nederlandse echtpaar aan komen fietsen. Ze stoppen en zij blijken in een naburig plaatsje op de camping te staan. Dit is toch wel heel frappant!

We gaan weer elk onze eigen weg en na 20 km komen wij aan in het plaatsje Szigliget. Van veraf zie je al de burcht uit de 13e eeuw liggen op een heuvel liggen dus dan weet je dat je met de fiets omhoog moet. Tussen de wijngaarden op de heuvels zie je de mooie witgekalkte vroegere wijnpershuizen liggen. De bedoeling was om hier te gaan lunchen maar de weg naar het centrum van het dorpje liep behoorlijk steil naar boven en te voet naar boven zonder stok was in dit geval ook geen optie. Gelukkig hadden we beneden naast het fietspad ook een eettentje gezien dus rechtsomkeer en wie kwamen we tegen….juist ja! Ook zij wilden boven een hapje gaan eten, we hebben ze succes gewenst maar even later zijn ze ook omgedraaid en gezellig bij ons aangeschoven bij het eettentje.


Na de lunch hebben we voor de zoveelste keer elkaar goede reis gewenst en zijn wij terug gefietst want we wilden ook nog naar het plaatsje Keszthely en dat lag aan de andere kant van onze camping.Hier staat het fraaie barokke Festetics kasteel met mooie tuinen. In het begin van de 18e eeuw kwam de adellijke familie Festetics in het bezit van Keszthely waar ze dit kasteel lieten bouwen. Graaf György (1755-1819)was zeer vooruitstrevend en stichtte in 1797 de eerste Hogere Landbouwschool in Europa.


Hierna hebben we een terras opgezocht om even bij te komen van alle indrukken en de mooie fietstocht. Ondanks de hitte van 26 gr. was het fijn dat er steeds een lekker windje waaide. Tegen 17.00 uur waren we terug op de camping.


De maand mei nadert zijn einde en dus ook onze rondreis door Hongarije dus werd het tijd om langzaam richting Nederland te vertrekken. Na getankt te hebben en bij de Tesco voor een paar dagen voorraad te hebben ingeslagen, ging het richting Sárvás zo’n 75 km verder richting de Oostenrijkse grens. Op de camping aangekomen werden we helaas voor de voeten gelopen door heel veel paarden want er bleek op het naastgelegen terrein een groot evenement te zijn waardoor de camping vol zat met paardenliefhebbers. Dus helaas dat feestje ging voor ons niet door. Dan maar door naar Sopron. De lucht begon te betrekken dus even de weersverwachtingen bekeken en de komende week wordt er veel regen met onweer verwacht.


We waren net gearriveerd op de CP toen het noodweer los barstte. Dan maar met een boek de tijd door zien te komen. Gelukkig was het tegen 15.00 weer droog en gewapend met paraplu zijn we naar de oude binnenstad gelopen. Via de voormalige stadspoort, de Elokapu wat voorste poort betekent loop je de prachtige binnenstad binnen. De toren van de stadspoort zie je boven alle huizen uitsteken en is 61 m hoog, hier was vroeger bovenin het wachtlokaal van de torenwachters die vanuit vier windrichtingen de omgeving konden observeren.


Bij het naastgelegen raadhuis stonden we net te kijken naar een bruidspaar ( we zouden er meerdere zien deze middag) toen we werden overvallen door weer een flinke hoosbui. We konden schuilen onder de parasol van een groot restaurant maar zijn daar maar naar binnen gegaan. Kop goulashsoep zou wel smaken en tenslotte is dat een nationaal gerecht.
Na de bui liet de zon zich weer zien en hebben we de wandeling afgemaakt. Op het Fó tér, het grote plein staat in het midden een grote Drievuldigheidszuil uit 1701.

Rondom dit plein staan prachtige monumentale huizen. Ook bevind zich hier de oude apotheek die nu als museum is ingericht maar helaas vandaag (25 mei) gesloten was dus daar gaan we morgen voor terug. Het voormalige blauwe huis behoorde ooit aan de adellijke Esterhézy familie. We slenteren op ons gemak door de straatjes en het valt op dat het erg rustig is hier. We komen uit op het Maria Kút ( tja, ik kan er ook niks aan doen) Op dit plein loopt het plaveisel in een stervorm naar het midden, waar een Mariazuil in laat barok staat, ook aan dit plein ligt het Ursulinen-klooster en kerk (1864)


Van daaruit lopen we via de Uj utca ( Nieuwsteeg) door de oudste steeg van Sopron. Tot in de 15 e eeuw heette het de Jodensteeg en woonden joodse en christelijke families er naast elkaar in grote verdraagzaamheid. In 1526 veranderde dit en werden de joden van overheidswege uit de stad verdreven. Er is nooit een verklaring gevonden waarom er in deze ene straat twee synagoges stonden.

Uiteindelijk komen we weer terug op het grote plein en het was een verrassende wandeling, er is teveel te zien om te benoemen. Op ons gemak lopen we terug naar onze camper waar we nog tot na 20.00 lekker buiten gezeten hebben.


Vanmorgen (26 mei) scheen onverwacht toch de zon en nadat we onze plaats gemarkeerd hadden met een reserveringsbord zijn we naar Fertöd (vroeger heette het Esterházy) gereden waar het voormalige kasteel staat van deze vorstenfamilie. (wie kent niet de graaf van Esterházy uit de Sissi film).


Het wordt ook wel het Hongaarse Versailles genoemd en dateert uit de tweede helft van de 18e eeuw, toen Miklós Esterházy een van de machtigste mannen van het Habsburgse rijk was. De familie bezat in Oostenrijk en Hongarije meer dan 100 paleizen en kastelen. Het trekt veel bezoekers. Wij waren om 10.00 uur de eerste gasten en dat was wel prettig omdat er net na ons een buslading met jongeren werden gedropt die een lesje geschiedenis gingen krijgen daar. Het paleis telt 126 vertrekken en de meest opvallende en mooiste zaal was de grote pronkzaal waar Jozef Haydn 30 jaar als kapelmeester concerten gaf. Hier moesten we toch even denken aan "een handwerk heeft soms een gouden bodem”!


Het slot dat tijdens WO II veel schade opliep is voor een deel gerestaureerd maar men is er nog volop aan bezig. Wij begonnen met een klim van 101 ( en dat weet je dus niet als je eraan begint) treden naar boven naar de Belvedère waar je een mooi uitzicht had over de tuinen.


Gelukkig was er boven een inleidend filmpje zodat we even konden zitten. Een grappige bijkomstigheid was dat we een app kregen dat onze 5 jarige kleindochter net geslaagd was voor haar zwemdiploma B. Nou als dat geen prestatie is.😃


Wij hebben op ons dooie gemak alles bekeken en zijn daarna in het tegenoverliggend gebouwd gaan lunchen. Vreemd genoeg hadden ze geen broodjes of zoiets op de menukaart dus werd het een warme maaltijd en wordt het vanavond brood eten. Roland bestelde een Hongaars gerecht, iets met botten brrrrrr, het smaakte goed maar ik vond het er niet erg appetijtelijk uitzien dus heb me vooral geconcentreerd op mijn eigen bord.


Daarna zijn we terug gereden naar de camperplaats. Onderweg zagen we bij een kerk communicantjes, de meisjes met mooie witte jurkjes en een bloemenkrans met linten in hun haar, helaas konden we daar niet even stoppen voor een foto.
Omdat het apothekers museum tot 14.00 open was zijn we bij thuiskomst meteen weer naar het centrum gelopen. (700 meter) nou het was me het museum wel. Een grote apothekerskast en wat oude papieren en foto’s aan de muur die we niet konden lezen dus in no time stonden we weer buiten en zijn we op een terras neergestreken.

Genoeg cultuur gesnoven op deze zonnige dag. Terug op de CP, stoel buiten, benen omhoog, boek, wijntje/biertje en lekker genieten. Het leven is zo slecht nog niet voor een pensionaat.